"Luc Barbé stapt naar de Raad van State"
By
Tim Vermeir
De formatienota van Leterme doet nog steeds een beetje (nucleair) stof opwaaien. In De Morgen van vandaag beweert Luc Barbé dat “de nucleaire plannen van de formateur onwettig zijn” en dat “als hij toch doorzet, [hij] meteen naar de Raad van State [stapt] en die vernietigt dit”.
Mag het allemaal wat genuanceerder?
Toegegeven, en ook ik heb boter op het hoofd, het is zeer gemakkelijk om de summiere twee bladzijden over energie in de formatienota onderuit te halen. Nochtans kan het ook milder, zoals André Jurres, ex-Essent, bewijst op zijn weblog. We moeten inderdaad afwachten of de partijen aan de onderhandelingstafel er meer uit willen halen. De enkele bedenkingen en suggesties op deze blog zijn enkel een aanzet tot verdere discussie.
Stellen, zoals Luc Barbé, dat “plannen onwettig zijn” is in ieder geval meer dan één brug te ver.
De Wet van 31 januari 2003 houdende de geleidelijke uitstap uit kernenergie voor industriële elektriciteitsproductie bepaalt in zijn artikel 9: “In geval van bedreiging van de bevoorradingszekerheid inzake elektriciteit, kan de Koning, bij een besluit vastgelegd na overleg in de Ministerraad, na advies van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, de noodzakelijke maatregelen nemen en dit onverminderd de artikelen 3 tot 7 van deze wet, tenzij in geval van overmacht. Dit advies zal inzonderheid betrekking hebben op de weerslag van de evolutie van de productieprijzen op de bevoorradingszekerheid.”
Volgens Luc Barbé in De Morgen zou deze bepaling enkel kunnen ingeroepen worden als er “een revolutie zou uitbreken in Rusland en een gasterminal in Zeebrugge ontploffen”. “Een regering die tekortschiet om alternatieve productie te voorzien, valt niet onder de clausule”, zou Barbé gezegd hebben.
Barbé overdrijft en zaait verwarring:
- Een revolutie in Rusland zal geen noemenswaardig effect hebben op de elektriciteitsproductie in ons land. België voert bijna geen Russisch aardgas in. Als er al iets zou gebeuren in Rusland zal dit wel een invloed hebben op de prijs van het aardgas, maar niet op de bevoorradingszekerheid;
- De federale regering heeft bevoegdheidsrechtelijk niets te zeggen over alternatieve energieproductie. Dat is het speelveld van de gewesten. Daarmee wil ik niet gezegd hebben dat niet beter een samenwerkingsakkoord zou worden gesloten of dat er een homogenisering van de bevoegdheidsregels moet komen.
- De Raad van State zou, eventueel, desgevallend, het koninklijk besluit dat ter gelegener tijd goedgekeurd zal worden in de ministerraad, na advies van de CREG, kunnen vernietigen indien tegen dit besluit voldoende overtuigende juridische middelen aangevoerd zouden worden. De kans dat Luc Barbé enig persoonlijk belang heeft om de vernietiging van het koninklijk besluit te vragen is echter even onbestaande dan dat er een LNG-terminal in Zeebrugge zou ontploffen.
Mag het allemaal wat genuanceerder?
Toegegeven, en ook ik heb boter op het hoofd, het is zeer gemakkelijk om de summiere twee bladzijden over energie in de formatienota onderuit te halen. Nochtans kan het ook milder, zoals André Jurres, ex-Essent, bewijst op zijn weblog. We moeten inderdaad afwachten of de partijen aan de onderhandelingstafel er meer uit willen halen. De enkele bedenkingen en suggesties op deze blog zijn enkel een aanzet tot verdere discussie.
Stellen, zoals Luc Barbé, dat “plannen onwettig zijn” is in ieder geval meer dan één brug te ver.
De Wet van 31 januari 2003 houdende de geleidelijke uitstap uit kernenergie voor industriële elektriciteitsproductie bepaalt in zijn artikel 9: “In geval van bedreiging van de bevoorradingszekerheid inzake elektriciteit, kan de Koning, bij een besluit vastgelegd na overleg in de Ministerraad, na advies van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, de noodzakelijke maatregelen nemen en dit onverminderd de artikelen 3 tot 7 van deze wet, tenzij in geval van overmacht. Dit advies zal inzonderheid betrekking hebben op de weerslag van de evolutie van de productieprijzen op de bevoorradingszekerheid.”
Volgens Luc Barbé in De Morgen zou deze bepaling enkel kunnen ingeroepen worden als er “een revolutie zou uitbreken in Rusland en een gasterminal in Zeebrugge ontploffen”. “Een regering die tekortschiet om alternatieve productie te voorzien, valt niet onder de clausule”, zou Barbé gezegd hebben.
Barbé overdrijft en zaait verwarring:
- Een revolutie in Rusland zal geen noemenswaardig effect hebben op de elektriciteitsproductie in ons land. België voert bijna geen Russisch aardgas in. Als er al iets zou gebeuren in Rusland zal dit wel een invloed hebben op de prijs van het aardgas, maar niet op de bevoorradingszekerheid;
- De federale regering heeft bevoegdheidsrechtelijk niets te zeggen over alternatieve energieproductie. Dat is het speelveld van de gewesten. Daarmee wil ik niet gezegd hebben dat niet beter een samenwerkingsakkoord zou worden gesloten of dat er een homogenisering van de bevoegdheidsregels moet komen.
- De Raad van State zou, eventueel, desgevallend, het koninklijk besluit dat ter gelegener tijd goedgekeurd zal worden in de ministerraad, na advies van de CREG, kunnen vernietigen indien tegen dit besluit voldoende overtuigende juridische middelen aangevoerd zouden worden. De kans dat Luc Barbé enig persoonlijk belang heeft om de vernietiging van het koninklijk besluit te vragen is echter even onbestaande dan dat er een LNG-terminal in Zeebrugge zou ontploffen.