Energieheffing voor directe lijnen
Door
Tim Vermeir
Met het decreet van 16 november 2018 tot wijziging van het Energiedecreet wat betreft directe lijnen en leidingen aan voert het Vlaams Parlement meteen ook een heffing op de exploitatie van een directe lijn in. Die heffing slaat op nieuwe directe lijnen, maar ook op de bestaande. Zo kunnen de directe lijnen “een maatschappelijk aanvaardbare bijdrage geven ter dekking van de kosten van het gewestelijke energiebeleid”. De heffing “heeft tot doel ongeveer equivalent te zijn aan de vermeden distributienetkosten”.
Ook bestaande directe lijnen zijn onderworpen aan de heffing. Nochtans zijn er minstens twee directe lijnen toegelaten door de VREG omdat het distributienet niet of onvoldoende aanwezig was.
In zijn beslissing BESL-2014-49 van 23december 2014aanvaardt de VREG de verbinding van een WKK-eenheid met een afnemer omdat er “geen distributienet aanwezig is dat voldoende sterk is om zonder bijkomende netuitbreidingen of netversterkingen de Afnemer aan te sluiten”. Door de aanleg van de directe lijn moet “de voor aansluiting vereiste netuitbreiding niet gerealiseerd worden”. Bijgevolg is er voor de VREG “geen sprake van een bestaand distributienet, dat, in dat geval, zo efficiënt mogelijk gebruikt moet worden”. “Een uitsluitend voor de aansluiting van de Afnemer vereiste realisatie van een netuitbreiding kan vermeden worden.”
In zijn beslissing BESL-2017-04 van 7maart 2017 stelt de VREG vast dat “een aansluiting van de windturbine op het dichtstbijzijnde distributienet op middenspanning ontoereikend is”. “In de onmiddellijke omgeving van de voorziene inplanting van de Producent is geen distributienet aanwezig dat voldoende sterk is om zonder bijkomende netuitbreidingen of netversterkingen de Producent aan te sluiten”. Er is voor de VREG “bijgevolg geen sprake van een bestaand distributienet, dat, in dat geval, zo efficiënt mogelijk gebruikt moet worden”. Bovendien maakte de distributienetbeheerder geen melding “van soortgelijke projecten die gebaat zouden zijn door de voor de aansluiting van de windturbine vereiste netuitbreiding”.
In beide gevallen (waarin wij niet betrokken waren) kon de afnemer en/of de producent dus, ook volgens de VREG, niet anders dan een directe lijn aanleggen. Er waren hier dus geen “vermeden” distributienetkosten, eenvoudigweg omdat er geen distributienet kon gebruikt worden.