"Energieleveranciers rekenen tariefdalingen niet door"
Onze geliberaliseerde energiemarkt wordt gekenmerkt door een een driehoeksverhouding tussen de eindafnemer, de leverancier en de netbeheerder. De eindafnemer heeft een fysieke aansluiting op het distributie- of transportnet. Hiervoor betaalt hij een (veelal eenmalige) aansluitingskost. Die kost keurt de CREG goed. Met de leverancier is de eindafnemer overeengekomen dat hij elektriciteit of aardgas kan kopen. Hiervoor betaalt hij een contractueel vastgelegde prijs. Om het aardgas of de elektriciteit tot bij de eindafnemer te krijgen sluit de leverancier een overeenkomst met de netbeheerder. Hij zal ervoor zorgen dat de energie van plaats waar de leverancier die energie aangekocht heeft naar de eindafnemer zal vervoerd worden. Voor die vervoer past de netbeheerder gereguleerde (door de CREG goedgekeurde) tarieven toe. De leverancier betaalt die in eerste instantie aan de netbeheerder. Veel leveranciers bepalen in hun overeenkomsten echter dat zij die vervoerskosten kunnen doorrekenen aan de eindafnemers. Sommige leveranciers stellen voor om variaties van die kost zelf ten laste te nemen.
Als de leverancier met zijn eindafnemer zouden zijn overeengekomen om zowel de stijgingen van de nettarieven als de dalingen daarvan door te rekenen, stelt er zich bij die leverancier ten aanzien van zijn eindafnemer een contractueel probleem als hij dat niet doet. Bepaalt de overeenkomst hier niets over, lijkt de leverancier niet verplicht om lagere nettarieven aan een lager tarief door te rekenen.
In ieder geval is er geen enkele wettelijke bepaling die de leverancier er in dat geval toe verplicht om de tarieven die hij zelf contractueel betaald heeft 'één op één' door te rekenen. Het is dus ook maar de vraag of de CREG daartegen iets kan of moet doen.
Misschien wachten sommige leveranciers liever de uitkomst van de vier procedures af die ingespannen zijn tegen dat tariefakkoord van 22 december 2009 voordat zij die tarieven als definitief beschouwen. Dat deed de netbeheerder immers ook tussen juni 2008 en november 2008 toen hij lagere transittarieven moest toepassen maar weigerde dit te doen in afwachting van een arrest van het hof van beroep van Brussel.