Federaal deelakkoord over de energiepolitiek

De federale onderhandelaars bereikten op woensdag 24 oktober 2007 een deelakkoord over duurzame ontwikkeling ("Samen gaan voor een duurzame levenskwaliteit"). In dit deelakkoord wordt ook plaats gemaakt voor de energiepolitiek die de onderhandelaars in een mogelijke volgende federale regering willen voeren.

De onderhandelaars onderkennen de bevoegdheidsverdeling tussen de federale staat en de gewesten op het vlak van energie:

"Binnen de Belgische federale context, waar de bevoegdheden inzake energie en klimaat verdeeld zijn tussen de federale staat en de Gewesten, verbindt de federale regering zich ertoe bij te dragen tot en impulsen te geven aan het geheel van het Belgisch energie-, en klimaat-, mobiliteits- en milieubeleid."

Daarnaast willen ze:
1. Zorgen voor redelijke prijzen door een echte concurrentie op de energiemarkten te garanderen;
2. Het sociaal energiebeleid ontwikkelen;
3. Burgers en bedrijven fiscaal aanmoedigen tot zuiniger energiegebruik;
4. Burgers en bedrijven optimaal infomeren over zuiniger energiegebruik.

In het akkoord staat dat "de dominante speler de ten aanzien van de vorige regering aangegane verbintenissen minstens naleeft". De onderhandelaars doelen hierbij waarschijnlijk op de Pax Electrica I en II akkoorden die onder Verhofstadt tot stand kwamen (zie hiervoor één van mijn vorige berichten).

Net zoals in de formatienota en de "Hertoginnedal"-versie van het deelakkoord, willen de partijen dat "er meerdere bijkomende elektriciteitsproducenten op de Belgische markt aanwezig [moeten] zijn die elk de mogelijkheid hebben om een aanzienlijk marktaandeel te verwerven".

De onderhandelaars willen hiertoe komen door "de dominante speler ertoe aan[ te ]zetten (sic!) om:
"- activa om te wisselen met concurrenten in het buitenland (swaps), en/of
- een aanzienlijk deel van de capaciteit (in MW) van de afgeschreven centrales terbeschikking stellen of te koop aanbieden aan de andere spelers, onder de controle van de CREG en tegen interessante handelsvoorwaarden, en/of
- een aanzienlijk productieaandeel (in MWh) van de dominante speler onder controle van de CREG aanbieden aan andere spelers (via veiling of beurs) tegen een prijs samengesteld uit de productiekosten met inbegrip van de onderhouds- en vervangingsinvesteringen en een billijke winstmarge, en/of
- de randvoorwaarden scheppen die de andere spelers toelaten en aanmoedigen om in België bijkomende productiecapaciteit te ontwikkelen (onder andere sites en toegang tot gas- en elektriciteitsnetten)."

Verder moeten er meer volumes verhandeld worden op Belpex en moet er ook een gasbeurs komen (Gaspex).

De regering "geeft aan de CREG de nodige onafhankelijkheid om op te treden en ex ante toe te zien op een daadwerkelijke concurrentie op de productie- en leveranciersmarkt en om de prijsschommelingen door van nabij op te volgen" (onder andere door "monitoring van de tarieven"). De CREG mag ook "een langetermijnvisie" ontwikkelen.

De nieuwe regering zal projecten zoals Blue Sky steunen: "Daarnaast moedigt de regering de bedrijven aan die alleen of in consortium een productie-eenheid voor elektriciteit, wensen te bouwen."

Hoewel de Europese Commissie in haar Third Package veel verder wenst te gaan (zie hierover mijn bijdrage op Belgian Energy Law) aanvaarden de coalitiepartners dat producenten of leveranciers nog steeds maximum 25% van de aandelen van de netwerkbedrijven mogen bezitten, waarbij zij "individueel noch collectief een blokkeringsminderheid bezitten of gebruiken, bijvoorbeeld via een aandeelhoudersovereenkomst of bijzondere aandeelgebonden (stem)rechten, noch mogen zij onafhankelijke bestuurders aanwijzen". Deze passage staat nog steeds heel ver af van de ownership unbundling of ISO*-plus voorstellen van de Commissie. Het akkoord trouwens niet in op de operationele aspecten van het netbeheer.