Nieuwe vermeldingen op voorschot- en afrekeningsfacturen
In ons bericht van vorige week over de groepsaankopen schreven we
De wijzigingswetten van de elektriciteits- en gaswet die het Parlement voor de kerstvakantie goedkeurde verplicht de leveranciers om op alle afrekeningsfacturen, slotfacturen en voorschotfacturen de duurtijd van het contract, de opzegtermijn en de mogelijkheid van stilzwijgende verlenging te vermelden. Bij contracten van onbepaalde duur moet de leverancier op de facturen ook een opzeggingstermijn vermelden. Op die manier weten ook de slapende klanten dat er een mogelijkheid bestaat om een andere leverancier te kiezen.Deze verplichting is opgenomen in artikel 105 van de wet van 8 januari 2012.
Het artikel bepaalt meer volledig dat de leveranciers op alle afrekeningsfacturen, slotfacturen en voorschotfacturen die aan de eindafnemers worden gericht voor de levering van elektriciteit of gas ten minste de volgende gegevens moeten opnemen:
- naam en adres van de energieleverancier en de e-mail, de naam, het telefoonnummer en het faxnummer van de klantendienst
- adres, telefoonnummer en faxnummer van de ombudsdienst voor energie
- het (elektronisch) adres dat moet worden gebruikt voor alle briefwisseling
- de facturatieperiode
- de gefactureerde bedragen
- het EAN-nummer
- het tarief en bedrag van de btw
- het product of dienst
- de duurtijd, opzegtermijn en desgevallend, minimumduur en aanvangsdatum, einddatum en mogelijkheid van stilzwijgende verlenging
- bij een contract van onbepaalde duur, wordt de opzeggingstermijn evenals de eventuele minimumduur van de overeenkomst vermeld, met vermelding van de aanvangsdatum
- de links naar de webpagina's die een onafhankelijke of officiële prijsvergelijker
Op elke afrekeningsfactuur of slotfactuur die een leverancier aan een eindafnemer stuurt, moet hij daarnaast vermelden:
- het aantal verbruikte eenheden
- de eenheidsprijs / eenheidsprijzen
- details van de berekening van het verschuldigde bedrag
- het transmissietarief
- het distributietarief
- in voorkomend geval, de einddatum van de beginperiode van het contract
- de heffingen
- de evolutie in de consumptie van de drie voorbije jaren
- de aard van de primaire energiebronnen die gebruikt worden voor de geleverde elektriciteit: hernieuwbare energie, warmtekrachtkoppeling, fossiele brandstoffen, kernenergie of onbekend (maximum 5%)
- de bestaande referentiebronnen, zoals webpagina's, waar informatie over de milieueffecten van de productie van elektriciteit uit alle energiebronnen die de leverancier gedurende het afgelopen jaar heeft gebruikt voor het publiek beschikbaar zijn.
Deze nieuwe verplichtingen zijn er gekomen op basis van een amendement van Willem-Frederik Schiltz (Open VLD) en anderen. Met het amendement beoogde hij "de bescherming van de energieconsument te versterken op het federale niveau met betrekking tot het derde energiepakket" door "de verplichtingen van transparantie en leesbaarheid van de door de leverancier verzonden facturen aan eindafnemers te versterken" waardoor "de eindgebruikers beter kunnen worden geïnformeerd om zo een eenvoudig vergelijken van gegevens te bewerkstelligen". Bemerk dat de verplichtingen gelden ten aanzien van alle leveranciers die leveren aan elke categorie van afnemers (van zeer grote tot huishoudelijke).
Het opzet van het artikel 105 is dus zeer lovenswaardig.
Het amendement, zoals dat goedgekeurd is in de kamercommissie bedrijfsleven, bevatte ook een aanhef: "Een hoofdstuk 3/1 invoegen met als opschrift “Facturen aan de klant” dat een artikel 105/1 bevat, luidende:". Die aanhef is om onverklaarbare redenen weggevallen in de uiteindelijk door de plenaire vergadering goedgekeurde, door de Koning ondertekende en uiteindelijk gepubliceerde tekst. Daardoor zweeft het artikel 105 als een autonome bepaling, die geen deel uitmaakt van de (gewijzigde) Elektriciteits- of Gaswet. Het niet vermelden van de door artikel 105 opgelegde informatie heeft dus geen enkel gevolg. Het artikel bevat immers geen eigen sancties. Daarnaast kan het autonome karakter van die bepaling aanleiding geven tot interpretatieproblemen. Zo is niet duidelijk wat een 'energieleverancier' nu juist zou moeten zijn. Men zou kunnen argumenteren dat ook voor de levering van andere vormen van energie (steenkool, olie, ...) deze informatie moet meegedeeld worden.
Uiteraard is de bedoeling van de wetgever duidelijk. Kan hij nu ook zo snel mogelijk aangeven, in een nieuwe wet, wat de plaats is van artikel 105 van de wet van 8 januari 2012 in de Elektriciteits- en Gaswetten.