Openbaarheid van bestuur en de elektriciteitswet
Par
Tim Vermeir
Greenpeace Belgium vroeg aan de CREG toegang tot de documenten "globale ontvangstenbesteding voor de activiteiten productie en koppelingoverbrenging van elektricitiet” en “globale ontvangstenbesteding voor de activieit distributie van elektriciteit” van het Controlecomité voor de periode 1971-2006. Nadat de CREG een eerste keer de toegang tot deze documenten geweigerd had, vroeg Greenpeace de heroverweging van deze weigering.
In zijn beslissing van 30 juli 2008 bevestigde de CREG de weigering, waarbij hij zich voornamelijk steunde op het feit dat volgens hem artikel 26, § 2, van de Elektriciteitswet ("De leden van de [CREG] (...) mogen de vertrouwelijke gegevens die hun ter kennis zijn gekomen op grond van hun functie (...) aan niemand bekendmaken (...)") een bij wet ingestelde geheimhoudingsverplichting in de zin van artikel 6, § 2, 2°, van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur is ("Een federale administratieve overheid wijst de vraag om inzage (...) van een bestuursdocument (...) af wanneer de openbaarmaking van het bestuursdocument afbreuk doet (...) aan een bij wet ingestelde geheimhoudingsverplichting"). Daarenboven baseert de CREG zich ook op artikel 6, § 1, 7°, van dezelfde wet van 11 april 1994 ("Een federale (...) administratieve overheid wijst de vraag om inzage(...) af, wanneer zij heeft vastgesteld dat het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen de bescherming van (...) het uit de aard van de zaak vertrouwelijk karakter van de ondernemings- en fabricagegegevens die aan de overheid zijn meegedeeld.").
In zijn beslissing van 30 juli 2008 bevestigde de CREG de weigering, waarbij hij zich voornamelijk steunde op het feit dat volgens hem artikel 26, § 2, van de Elektriciteitswet ("De leden van de [CREG] (...) mogen de vertrouwelijke gegevens die hun ter kennis zijn gekomen op grond van hun functie (...) aan niemand bekendmaken (...)") een bij wet ingestelde geheimhoudingsverplichting in de zin van artikel 6, § 2, 2°, van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur is ("Een federale administratieve overheid wijst de vraag om inzage (...) van een bestuursdocument (...) af wanneer de openbaarmaking van het bestuursdocument afbreuk doet (...) aan een bij wet ingestelde geheimhoudingsverplichting"). Daarenboven baseert de CREG zich ook op artikel 6, § 1, 7°, van dezelfde wet van 11 april 1994 ("Een federale (...) administratieve overheid wijst de vraag om inzage(...) af, wanneer zij heeft vastgesteld dat het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen de bescherming van (...) het uit de aard van de zaak vertrouwelijk karakter van de ondernemings- en fabricagegegevens die aan de overheid zijn meegedeeld.").