Prijsverhogingen door Electrabel: moet er nog meer zand zijn?
De CREG publiceert vandaag een persbericht over haar onderzoek op haar website. Het persbericht draagt de veelbetekenende titel: "Het Directiecomité van de CREG rondt haar onderzoek over de door Electrabel aangekondigde prijsverhogingen af, niettegenstaande beperkte medewerking vanwege Distrigas". Blijkens het persbericht "[werd] het werk van de CREG werd ook bemoeilijkt doordat Distrigas, zelfs na herhaaldelijk aandringen vanwege de CREG, weigerde om gegevens te verstrekken inzake haar aankoopkosten en verkoopprijzen ten aanzien van andere leveranciers dan Electrabel".
Volgens de CREG zijn de vermeende redenen van Electrabel om de aardgasprijs te verhogen "dikwijls maar niet altijd even pertinent". Dit lijkt een overstatement. De CREG lijkt mij meer niet pertinente dan pertinente redenen te kunnen vinden:
- Electrabel rekende de hogere aardgasprijzen op de internationale markten reeds door aan haar aardgasklanten;
- Het nieuwe aardgascontract tussen Electrabel en Distrigas trad in al voege op 1 januari 2007, zodat een mogelijk negatief effect dan al zou te merken zijn (en niet op 1 september 2007);
- Enkel dat deel van de prijsverhoging dat betrekking heeft op de vaste term in het nieuwe aardgascontract was nog niet doorgerekend.
De redenen om de elektriciteitsprijs te verhogen lijken nog minder pertinent te zijn:
- Electrabel hanteert in de eigen contracten bepaalde parameters. De vermeende redenen voor de prijsstijging zijn vreemd aan deze parameters;
- De prijsverhoging lijkt volgens de CREG "vooral te zijn ingegeven door de bezorgdheid van de onderneming om zijn winstmarges veilig te stellen".
Opvallend is de volgende passage uit het persbericht:
"De CREG heeft in het dossier elementen vastgesteld die erop wijzen dat Electrabel Customer Solutions (ECS), bij de totale vrijmaking van de markt in Brussel en Wallonië op 1 januari 2007, haar aardgasprijzen vrij laag heeft gezet, met de mogelijke intentie om concurrenten uit de markt te drijven of om een toetredingsdrempel te creëren. Dit kan eventueel wijzen op een predatory pricing praktijk, hetgeen een restrictieve mededingingspraktijk is. Het feit dat de aanwijzingen daartoe niet konden worden bevestigd door de CREG is in hoofdzaak te wijten aan de reeds aangehaalde weigering van Distrigas om bepaalde gegevens aan de CREG te bezorgen. Hoe dan ook is dit een onderwerp dat mededingingsrechtelijke vragen oproept dat allicht verdere analyse behoeft vanwege de bevoegde Belgische mededingingsautoriteit (Raad voor de Mededinging). De houding van Distrigas heeft de CREG ook verhinderd om na te gaan of er desgevallend sprake was van een price squeeze of van discriminatie tussen verschillende leveranciers."
De CREG geeft de volgende aanbevelingen aan de politici:
1. Prijsmaatregelen kunnen de huidige situatie verhelpen. De CREG lijkt (tijdelijke) maximumprijzen echter enkel te aanvaarden "indien ernstige tekortkomingen op de markt zijn vastgesteld". Andere mogelijkheden zijn het afsluiten van een programmaovereenkomst (zoals in de aardoliesector) of het instellen van een toelatingsregime voorafgaand aan prijsstijgingen. Structureel moet er echter meer concurrentie op de markt komen.
2. Er moeten structurele maatregelen worden genomen. De CREG verwijst hiervoor naar haar voorstellen uit het verleden.
3. De CREG vraagt een versterking van haar bevoegdheden (o.a. marktmonitoring).
4. De concurrentie moet verbeteren, onder andere door "het ter beschikking stellen van een deel van de productiecapaciteit van Electrabel aan andere spelers, het verhogen van de transparantie en aan maatregelen die ook de CREG reeds naar voor schoof in haar studie over de geplande concentratie tussen Suez en Gaz-de-France".
5. De onafhankelijkheid van de netbeheerders moet versterkt worden.
6. Men moet investeren in productie, transmissie/transport, distributie en transit.