Regionale bestuurscomités zijn zelfs geen praatbarakken, ze zijn totaal overbodig

De drie min of meer interessantste kranten (De Morgen, De Standaard en De Tijd) berichtten vorige week over de intercommunales, hun mandaten en hun beheerstructuren. In De Tijd stond de volgende passage die mijn aandacht trok: “In de regionale beheerscomités worden lokale investeringen besproken, bijvoorbeeld als een nieuwe verkaveling moet worden aangelegd.” Piet Buysse, voorzitter van Eandis, beweerde dat de regionale bestuurscomités “echt belangrijke zaken op gemeentelijk niveau bespreken, zoals waar straten en fietspaden worden opengebroken voor het leggen van kabels en leidingen of hoe openbare verlichting efficiënter kan”. Koen Kennis, ondervoorzitter, vindt de regionale bestuurscomités “geen praatbarakken”. Er geldt “een democratisch beslissingsrecht”.

Met het decreet van 1 juni 2012 maakte de Vlaamse decreetgever de oprichting van regionale bestuurscomités binnen de distributienetbeheerders mogelijk. Een distributienetbeheerder kan een regionaal bestuurscomité installeren als “(i) de geografische spreiding dit verantwoordt, (ii) er geen directiecomité of regionale adviescomités worden opgericht en (iii) dit netto leidt tot een vermindering van het totale aantal bestuursleden in de verschillende organen van het intergemeentelijk samenwerkingsverband”.

De indieners verantwoordden de oprichting van de regionale bestuurscomités als volgt: “Op die manier kunnen de verschillende deelnemers aan een intergemeentelijk samenwerkingsverband ondanks een forse vermindering van het aantal bestuursmandaten toch nog beslissingsbevoegdheid behouden voor zaken die van belang zijn voor het specifiek werkingsgebied van het intergemeentelijk samenwerkingsverband binnen de eigen gemeente.” Bepaalde bevoegdheden die tot dan bij de raad van bestuur lagen, kunnen statutair toevertrouwd worden aan de regionale bestuurscomités. Zij kunnen geen personeelsbeslissingen nemen.

De regionale bestuurscomités zijn organen van het intergemeentelijk samenwerkingsverband en staan dus onder het algemene toezicht van de Vlaamse regering.

Op 8 februari 2013 keurde de Vlaamse regering het besluit tot wijziging van het besluit van 4 juni 2004 “houdende vaststelling van de grenzen en de toekenningsvoorwaarden van het presentiegeld en de andere vergoedingen die in het kader van de bestuurlijke werking van een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging kunnen worden toegekend” goed. Het nieuwe artikel 4 bepaalt dat aan de leden de statutair bepaalde regionale bestuurscomités kan, per effectief bijgewoonde zitting, hetzelfde presentiegeld worden toegekend als aan de leden van de raad van bestuur. De voorzitters van de RBCs kunnen een dubbel presentiegeld ontvangen. De presentiegelden mogen niet hoger zijn “dan het hoogste bedrag dat in het Vlaamse Gewest aan gemeenteraadsleden wordt toegekend voor het bijwonen van de gemeenteraden”. Vanaf 1 juli 2016 is dat 205,04 euro per (effectief bijgewoonde) vergadering.

De gecoördineerde statuten van de Vlaamse distributienetbeheerders zijn niet publiek raadpleegbaar. Men kan dus niet nagaan hoe de bevoegdheidsverdeling tussen de raad van bestuur en de regionale bestuurscomités concreet geregeld is. Evenmin zijn de documenten beschikbaar op basis waarvan zou moeten blijken dat de verschillende regionale bestuurscomités verantwoord zijn omwille van de regionale spreiding.

Uit de activiteitenverslagen van de Eandis-DNB's van 2013 blijkt dat elke gemeente vertegenwoordigd is in de nieuwe regionale bestuurscomités. Die zouden bevoegd zijn “voor zaken met een direct lokaal belang en binding, zoals de lokale werken, openbare verlichting, rationeel energiegebruik en samenwerking met het OCMW”.

Niet langer de raad van bestuur, maar het regionale bestuurscomité geeft volgens dat jaarverslag zijn goedkeuring voor uit te voeren werken. Deze goedkeuring houdt echter niet veel in. Het is immers de raad van bestuur die de begroting goedkeurt voor het volgende jaar. Die begroting “bevat wel de nominatief gekende als de niet-nominatief gekende werken”. De goedkeuring van de werken ‘klaar voor uitvoering’, zowel nominatief als niet-nominatief gekend, gebeurt dan door de regionale bestuurscomités. Een regionaal bestuurscomité kan niet anders dan de voorgekauwde beslissingen goedkeuren. “Nominatie en niet-nominatief gekende werken” moeten immers opgenomen zijn in het investeringsplan dat de distributienetbeheerder ter goedkeuring voorlegt aan de VREG. Die investeringsplannen maakt de werkmaatschappij op voor de verschillende distributienetbeheerder. Die investeringsplannen hebben ook een impact op de goed te keuren tarieven, die de werkmaatschapppijen ook weer namens de distributienetbeheerders ter goedkeuring aan de VREG voorleggen. In tegenstelling tot wat Piet Buysse zegt, bespreken de regionale bestuurscomités, behalve pour le besoin de la cause, dus geen “belangrijke zaken op gemeentelijk niveau, zoals waar straten of pleinen worden opengebroken”. De coördinatie van werken op het openbaar domein regelen de gemeenten vaak zelf al in een gemeentelijk reglement. Of ze baseren zich op de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken die de VVSG in 2001 publiceerde en in 2016 actualiseerde.

Wat de openbare verlichting betreft, geeft Eandis op haar website zelf aan dat “mandatarissen en gemeentelijke medewerkers de beleidsmakers en drijvende kracht [zijn] achter een kwaliteitsvolle en duurzame openbare verlichting.” Het zijn dus niet de regionale bestuurscomités die zich hierover moeten buigen.

Alleen de Eandis-koepel publiceert alle verslagen van de vergaderingen van de regionale bestuurscomités. Uit die verslagen blijkt dat de gemeentelijke vertegenwoordigers vooral kennis nemen van informatie die de werkmaatschappij met hen wil delen.

Wat vertellen ons de verslagen van het Regionaal Bestuurscomité Iverlek Zenne (Asse, Liedekerke, Sint-Pieters-Leeuw, Roosdaal, Beersel, Sint-Genesius-Rode, Opwijk, Dilbeek, Ternat, Lennik, Merchtem, Linkebeek, Halle, Londerzeel en Drogenbos) van 2016:

Op de vergadering van 25 januari 2016 keurde het RBC Iverlek Zenne een aantal lokale werken goed. Het RBC nam kennis van “de tariefmethodologieen bevoegdheid RBC’s tot aan invoering eenvormig distributienettarief”, van de Stand van zaken op 31 december 2015 m.b.t. claims wat betreft de langdurige onderbrekingen, de laattijdige aansluitingen en de laattijdige heraansluitingen, van de werkwijze vernieuwde meteropneming, van het huidig systeem van budgetmeters en toekomstige evolutie naar slim prepayment en van de medewerking van Eandis aan het Autosalon 2016.

Op de vergadering van 2 maart 2016 keurde het RBC Iverlek Zenne een aantal lokale werken goed. Het nam kennis van “de imagocampagne aardgas die als doel heeft aardgas te promoten als een brandstof die kan bijdragen tot een CO2-arme wereld”, van de evaluatie van het pilootproject rond de clustering van de klantenkantoren in Kortrijk-Deinze en Lier-Heist-op-den-Berg (fase 1) en de implementatie clustering klantenkantoren Halle / Geraardsbergen (fase 2), van de stand van zaken van de uitgevoerde investeringswerken per 31.12.2015 t.o.v. de begroting 2015 voor het werkingsgebied Iverlek, van de rapportering rond de energieleveringen en de decentrale productie op 31 december 2015.

Op de vergadering van 29 april 2016 keurde het RBC Iverlek Zenne een aantal lokale werken goed. Het nam kennis van de nieuwe webtool voor werfcommunicatie ‘Werken van Eandis’.

Op de vergadering van 22 juni 2016 keurde het RBC Iverlek Zenne een aantal lokale werken goed. Het RBC nam kennis van “de behandelde punten op de Raad van Bestuur Eandis Assets van 1 juni 2016 (“met inbegrip van de genomen beslissing inzake de toetreding van een private partner”), van de resultaten van de distributienettarieven 2015, van de stand van zaken rond autonome verlichting, van de wetgeving rond werfsignalisatie en -afbakening en de implementatie daarvan, van de samenwerkingsprotocol tussen het Vlaams Energiebedrijf en Eandis, de doelstellingen Clean Power for Transport, de REG-rapportering 2015 en de klachtenanalyse Eandis 2015.

Op de vergadering van 14 september 2016 keurde het RBC Iverlek Zenne een aantal lokale werken, de financiële rapportering per 30 juni 2016, de interimdividenden, de deelbegroting 2017 en de principes van de RBC-zittingen goed. Het RBC nam kennis van tariefmethodologie 2017 en de opvolging van het budget 2016, de gemeentelijke retributies 2017, de oprichting van een gemeenschappelijk bedrijf Eandis-Infrax en de zesmaandelijkse rapportering van de klachten en de aansprakelijkheid van de netbeheerders. Tenslotte keurde het RBC ook “de Nacht van de Duisternis” goed.

Op de vergadering van 3 oktober 2016 nam het RBC Iverlek Zenne kennis van de nieuwe onlinetool ‘www.eandis.be/geenstroom’. Er werd ook toelichting gegeven over het dossier van de fusie van de 7 distributienetbeheerders en over de besprekingen en beslissingen die genomen werden op de extra vergadering van de Raad van Bestuur van IMEA en de extra zitting van de Raad van Bestuur van Gaselwest-Zuid.

Op de vergadering van 19 oktober 2016 keurde het RBC Iverlek Zenne een aantal lokale werken goed. Het RBC nam kennis van “de behandelde punten op de Raad van Bestuur Eandis Assets van 21 september 2016 en van 3 oktober 2016”, van het tariefvoorstel 2017 voor de periodieke en niet-periodieke tarieven en van het toegelaten inkomen, van de rapportering van de energieleveringen per einde juni 2016 en van de rapportering van de decentrale productie per einde juni 2016.

Op de vergadering van 7 december 2016 keurde het RBC Iverlek Zenne een aantal lokale werken goed. Het RBC nam kennis van het nieuwe webportaal voor klanten met zonnepanelen en van de vooruitblik premies 2017.

Het RBC Iverlek Zenne nam tijdens zijn acht vergaderingen in 2015 dus vooral veel kennis van zaken waaraan hij toch niets meer kon of mocht veranderen. Een RBC is waarschijnlijk geen praatbarak. Als je alleen maar kan kennis nemen, heeft het praten over die onderwerpen toch geen enkele zin. Maar een RBC heeft ook niets te maken met het uitoefenen van een democratisch beslissingsrecht. Over alle onderwerpen valt er gewoon niets meer te beslissen, tenzij het pro forma is.

Een RBC is dus een veredeld kanaal van informatiedoorstroming. Dat kanaal kost; voor Iverlek Zenne, zonder de voorbereidingskosten ervan te kunnen becijferen en als alle vijftien leden acht keer aanwezig waren 26245,12 euro aan presentiegelden (1640.32 (dubbel presentiegeld voorzitter) en 24604,8 (presentiegelden leden)). Voor zijn vergoeding mag de voorzitter de voorbereide agenda aflezen en zijn handtekening en foto zetten onder het voorwoord in het jaarverslag van het RBC. Dat voorwoord is netjes hetzelfde voor alle RBCs van de Eandis-koepel. Kwestie van autonoom te zijn en een toegevoegde waarde te hebben.

Infrax publiceert geen enkele informatie.




Lire dans

Aperçus écrits