Noodaggregaten, strategische reserve en stroomschaarste
Door
Tim Vermeir
Le Soir bericht vandaag dat federaal minister van energie Marghem in de zoektocht naar oplossingen voor een mogelijk stroomtekort volgende winter een aantal pistes naast de verlenging van de levensduur van Doel 1 onderzoekt: naast de bouw van een bijkomende transformator door Elia op de post-Zandvliet bekijkt de minister ook de plaatsing van noodaggregaten door gespecialiseerde firma's (Aggreko, Siemens, General Electric). Elia zou al onderzocht hebben waar die noodaggregaten kunnen geplaatst worden.
Hoe deze piste van noodaggregaten kan ingepast worden in de bestaande federale en gewestelijke wetgeving is niet helemaal duidelijk.
Elia noch een verbonden onderneming zal hiervoor kunnen instaan: artikel 9 Elektriciteitswet verbiedt hen om productie-activiteiten te ontwikkelen of lidmaatschapsrechten te bezitten in producenten. Enige uitzondering is “de productie in de Belgische regelzone binnen de grenzen van zijn vermogensbehoeften inzake ondersteunende diensten”. Een 'ondersteunende dienst' is “een dienst die nodig is voor de exploitatie van een transmissie- of distributienet”. Volgens de parlementaire voorbereiding bij de wet van 8 januari 2012 doelt men hierbij op productieactiviteiten opdat Elia “zelf zijn reserves [kan] produceren en de verliezen [kan] regelen evenals de primaire en secondaire regeling”.
De eigenaars van noodaggregaten kunnen uiteraard wel een productievergunning aanvragen. Vrijgesteld van zulke productievergunning zijn enkel nieuwe installaties met een netto ontwikkelbaar vermogen lager dan of gelijk aan 25 MW. Bijkomend zullen een milieuvergunning en een stedenbouwkundige vergunning moeten verkregen worden, behalve als de noodaggregaten voor minder dan drie maanden geplaatst zullen worden. De winterperiode in de strategische reserve loopt echter van 1 november tot 31 maart (vier maanden).
In ieder geval kunnen, in de huidige stand van de wetgeving, de noodaggregaten niet ingepast worden in die strategische reserve. Artikel 7quinquies Elektriciteitswet verplicht weliswaar de producenten van installaties die tijdelijk of definitief buiten werking zijn gesteld om deel te nemen aan die reserve, maar biedt niet de mogelijkheid, anders dan bij vraagzijdebeheer, dat producenten, al dan niet middels noodaggregaten, vrijwillig hieraan deelnemen.
Hoe deze piste van noodaggregaten kan ingepast worden in de bestaande federale en gewestelijke wetgeving is niet helemaal duidelijk.
Elia noch een verbonden onderneming zal hiervoor kunnen instaan: artikel 9 Elektriciteitswet verbiedt hen om productie-activiteiten te ontwikkelen of lidmaatschapsrechten te bezitten in producenten. Enige uitzondering is “de productie in de Belgische regelzone binnen de grenzen van zijn vermogensbehoeften inzake ondersteunende diensten”. Een 'ondersteunende dienst' is “een dienst die nodig is voor de exploitatie van een transmissie- of distributienet”. Volgens de parlementaire voorbereiding bij de wet van 8 januari 2012 doelt men hierbij op productieactiviteiten opdat Elia “zelf zijn reserves [kan] produceren en de verliezen [kan] regelen evenals de primaire en secondaire regeling”.
De eigenaars van noodaggregaten kunnen uiteraard wel een productievergunning aanvragen. Vrijgesteld van zulke productievergunning zijn enkel nieuwe installaties met een netto ontwikkelbaar vermogen lager dan of gelijk aan 25 MW. Bijkomend zullen een milieuvergunning en een stedenbouwkundige vergunning moeten verkregen worden, behalve als de noodaggregaten voor minder dan drie maanden geplaatst zullen worden. De winterperiode in de strategische reserve loopt echter van 1 november tot 31 maart (vier maanden).
In ieder geval kunnen, in de huidige stand van de wetgeving, de noodaggregaten niet ingepast worden in die strategische reserve. Artikel 7quinquies Elektriciteitswet verplicht weliswaar de producenten van installaties die tijdelijk of definitief buiten werking zijn gesteld om deel te nemen aan die reserve, maar biedt niet de mogelijkheid, anders dan bij vraagzijdebeheer, dat producenten, al dan niet middels noodaggregaten, vrijwillig hieraan deelnemen.