Raad van State verplicht vergunningverlenende overheid tot wetenschappelijk onderzoek
Door
Tim Vermeir
De Raad van State heeft op 18 januari 2010 wel een heel uitgesproken arrest geveld dat verstrekkende gevolgen kan hebben voor de manier waarop de vergunningverlenende overheden moeten antwoorden op bezwaren van omwonenden met betrekking tot gezondheidsrisico's van GSM-masten. Het arrest kan ook een gevaarlijke wending geven aan NIMBY-verzuchtingen ten aanzien van windturbines.
BASE wenst in Sint-Truiden een station voor mobiele telecommunicatie (verlichtingspyloon met een hoogte van 25m waaraan de antennes worden bevestigd) te bouwen.
In een derde middel voert de verzoekende partij, waarvan we niet weten welk belang zij heeft bij het instellen van de vordering, onder meer aan dat de bestreden beslissing de gezondheidsrisico’s niet behandelt en de bezwaren daaromtrent onbeantwoord laat.
De Raad van State verwijst naar artikel 4 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening die de overheid verplicht rekening te houden "met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen". Volgens de Raad betekent dit dat de vergunningverlenende overheid "daartoe de nadelige gevolgen van het gebruik of de exploitatie van een installatie op de gezondheid van de omwonenden in overweging [neemt]":
Een verwijzing naar de verenigbaarheid van de installatie met de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie volstaat volgens de Raad van State niet:
BASE wenst in Sint-Truiden een station voor mobiele telecommunicatie (verlichtingspyloon met een hoogte van 25m waaraan de antennes worden bevestigd) te bouwen.
In een derde middel voert de verzoekende partij, waarvan we niet weten welk belang zij heeft bij het instellen van de vordering, onder meer aan dat de bestreden beslissing de gezondheidsrisico’s niet behandelt en de bezwaren daaromtrent onbeantwoord laat.
De Raad van State verwijst naar artikel 4 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening die de overheid verplicht rekening te houden "met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen". Volgens de Raad betekent dit dat de vergunningverlenende overheid "daartoe de nadelige gevolgen van het gebruik of de exploitatie van een installatie op de gezondheid van de omwonenden in overweging [neemt]":
"Gegeven het mogelijke risico op beduidende en onomkeerbare schade door de emissie van elektromagnetische golven door GSM-masten, kan het gebrek aan volledige wetenschappelijke zekerheid met betrekking tot de gezondheidsrisico’s de vergunningverlenende overheid niet vrijstellen van de verplichting om deze risico’s op voldoende concrete wijze te onderzoeken."De Raad verplicht de overheid dus niet alleen de gezondheidsaspecten in overweging te nemen, maar wel degelijk de gezondheidsrisico's van aangevraagde projecten zelf te onderzoeken. Hij stelt verder dat "de vergunningverlenende overheid in concreto moet nagaan of de elektromagnetische straling geen onaanvaardbaar risico voor de gezondheid zou opleveren".
Een verwijzing naar de verenigbaarheid van de installatie met de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie volstaat volgens de Raad van State niet:
"Er moet op concrete wijze en meer in detail worden onderzocht of de elektromagnetische straling die uitgaat van de vergunde installatie voor de omwonenden redelijkerwijze geen onaanvaardbaar gezondheidsrisico inhoudt."Een verwijzing naar de thans beschikbare wetenschappelijke gegevens volstaat evenmin
"aangezien hieruit niet kan worden opgemaakt of dit oordeel gefundeerd is, ongeacht de afstand van de percelen van de omwonenden tot de antenne en de duur van de blootstelling van de omwonenden aan de straling"Houston, we have a problem, send us carrier pigeons!