Rechtstreekse steun voor rationeel energiegebruik is enkel een gewestelijke bevoegdheid

In de Kamer van Volksvertegenwoordigers diende de sp.a-fractie een wetsvoorstel in dat het de federale overheid zou moeten mogelijk maken om de bestaande belastingverminderingen voor energiebesparende uitgaven te vervangen door een rechtstreekse korting op de factuur van deze uitgaven. De federale overheid zou de leverancier of aannemer vervolgens de toegestane korting terugbetalen.

De afdeling wetgeving van de Raad van State oordeelt in zijn advies dat de verschillende overheden uitgaven kunnen doen in het kader van hun overheidsbeleid of in de vorm van subsidies, afhankelijk van de materiële bevoegdheid waartoe die geldmiddelen zijn bestemd. De Raad van State onderzocht of de federale Staat wel bevoegd is om een financieel voordeel toe te kennen voor natuurlijke personen die uitgaven doen "voor een rationeler energiegebruik in een woning". Het antwoord op deze vraag is volgens de Raad ontkennend: krachtens de BWHI zijn de gewesten immers, wat het energiebeleid betreft, inzonderheid bevoegd inzake "het rationeel energieverbruik".

Voor de Raad van State moeten financiële stimulansen die rechtstreeks energiebesparing beogen, beschouwd worden als maatregelen ter bevordering van het rationele energieverbruik in de zin van de BWHI. Hij concludeert dan ook dat de federale Staat niet bevoegd is voor de bij het onderzochte voorstel geregelde aangelegenheid.