Verjaring van elektriciteitsfacturen begint te lopen op de contractueel overeengekomen uiterste betaaldatum

In een arrest van 5 maart 2020 bevestigt het Hof van Cassatie dat de vijfjarige verjaringstermijn voor elektriciteitsfacturen (artikel 2277 BW) pas begint te lopen op de datum waarop de verbintenis moet worden nagekomen. De verjaringstermijn start dus niet noodzakelijkerwijs op het ogenblik van de levering.

Een elektriciteitsleverancier stuurt vele maanden na de levering een factuur naar de afnemer. De leverancier kon niet eerder slotfacturen sturen omdat de netbeheerder nog niet de definitieve meetgegevens had meegedeeld.

De afnemer meende dat de vordering van de leverancier verjaard was, omdat er meer dan vijf jaren waren verstreken tussen de levering van de elektriciteit en de verjaringstuitende dagvaarding. Hij meende dat in toepassing van art. 1651 BW de opeisbaarheid van de koopsom ontstaat op het moment van levering, behoudens andersluidende overeenkomst. Volgens de afnemer was dat niet de factuurdatum. Volgens hem zou de factuur enkel de bevestiging zijn van het bestaan en de inhoud van de schuldvordering.

Het Hof volgde de afnemer, eiseres in Cassatie, niet:

2. Aangezien de verjaring een verweermiddel is dat aan een laattijdige rechtsvordering wordt tegengeworpen, ontstaat de op een verbintenis gegronde rechtsvordering, in de regel, op de datum waarop die verbintenis moet worden nagekomen. De verjaring begint bijgevolg pas vanaf dat ogenblik te lopen.
3. Uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan, blijkt dat volgens de bepalingen van de tussen de partijen gesloten overeenkomst al de bedragen die tussen de partijen dienen betaald te worden eerst verschuldigd zijn op grond van de gespecifi[c]eerde maandelijkse facturen en betaalbaar binnen 30 dagen na de factuurdatum.

Leveranciers doen er dus goed aan expliciet in hun overeenkomsten te bepalen dat enkel na het verzenden van de factuur een betalingsverbintenis ontstaat voor de afnemer. Daarnaast moeten ze de vrijheid behouden om nog facturen te kunnen sturen na rechtzettingen door de netbeheerders.

Zo vermijden zij discussies over de verjaring van hun vordering, zeker als er tussen de levering en de regularisatie van de meetgegevens door de netbeheerder veel tijd verstrijkt.

Lees u in

Geschreven inzichten

In een arrest van 5 maart 2020 bevestigt het Hof van Cassatie dat de vijfjarige verjaringstermijn voor elektriciteitsfacturen (artikel 2277 BW) pas begint te lopen op de datum waarop de verbintenis moet worden nagekomen. De verjaringstermijn start dus niet noodzakelijkerwijs op het ogenblik van de levering.