Het Hof van Beroep en de CREG

In de vergadering van 28 maart 2007 van Commissie voor het Bedrijfsleven van de Kamer ging de minister van energie uitgebreid in op een vraag van mevrouw Simonne Creyf over de door de voorzitter van de CREG “aangekondigde tariefstijging van elektriciteit”. Deze had immers verklaard dat als gevolg van een arrest van het Hof van Beroep van Brussel een forse stijging van de energieprijzen te verwachten is in 2008. Het Hof van Beroep zou geoordeeld hebben dat het niet aan de CREG toekomt om over de redelijkheid van de tariefvoorstellen van de energie-intercommunales te oordelen, maar dat dit toekomt aan de gewestelijke overheid. Volgens de nieuwe directeur van de CREG zullen ten gevolge daarvan de tarieven volgend jaar spectaculair stijgen.

De minister ging uitgebreid in op de uitspraken van het Hof van Beroep in drie van de vier beroepen, die in 2006 werden ingesteld tegen beslissingen van de CREG over de distributienettarieven in aardgas en elektriciteit, behandeld. Het gaat om zaken die werden ingeleid door Vlaamse (zuivere) distributienetbeheerders (West-Vlaamse Elektriciteitsmaatschappij, PBE, Interenerga en IVEG).

De minister stelde samengevat:

“De CREG heeft tot nu toe steeds toezicht uitgeoefend op de tarieven. Dat gebeurt eigenlijk in twee fases. Er is een eerste ex-antecontrole, namelijk de bepaling van de tarieven op basis van de budgetten en een ex-postcontrole, namelijk de controle van de toepassing van de tarieven. In concreto hebben de arresten een impact op de uitoefening van de tarifaire bevoegdheden van de CREG. De CREG zou in het kader van haar jaarlijks ex-postonderzoek naar een eventuele bonus-malus inzake de distributie van elektriciteit, geen door de netbeheerder geboekte kosten meer als onredelijk mogen verwerpen, ook al werden bepaalde kosten door de CREG initieel als onredelijk bevonden bij het onderzoek van de tariefvoorstellen, zijnde de budgetten. De CREG zou zich volgens het hof vergissen in haar standpunt inzake haar bevoegdheid over de definitie van een bonus-malus. Daarom moet de CREG, in plaats van een onderscheid te maken tussen een toevallig exploitatie-excedent of exploitatiedeficit enerzijds en een eventuele bonus-malus anderzijds, het boekhoudkundig exploitatieresultaat van het boekjaar zonder meer, ongeacht de oorzaken ervan, als een bonus of een malus behandelen.

Voor de distributie van aardgas heeft het hof beslist dat de CREG, bij de goedkeuring van een tariefvoorstel ex ante, geen redelijkheidstoets meer zal kunnen uitvoeren voor de kosten die door enige andere overheid is opgelegd.

Het hof heeft ook geoordeeld dat de CREG de boekhoudkundige afschrijvingen als uitgangspunt moet nemen. De ex-antecontrole van de CREG wordt door het hof dus op het opportuniteitsvlak in vraag gesteld.”


Volgens de minister blijft de CREG vanzelfsprekend wettelijk bevoegd voor de goedkeuring van de distributienettarieven. De tarieven zijn het resultaat van de toewijzing van het inkomen - de exploitatiekosten - via verdeelsleutels en de in aanmerking te nemen verkoopsvolumes, naar eenheidsprijzen, die de tarieven zijn. Nu het hof van beroep de marge van de CREG, wat de beoordeling van de kosten betreft, sterk beperkt heeft, blijven volgens de minister vooral nog de hanteren toewijzingsmechanismen van kosten en de beoordeling van de in aanmerking te nemen volumes over.

Nog volgens de minister loopt er momenteel een onderzoek om na te gaan of de CREG al dan niet cassatieberoep zal aantekenen.

Lire dans

Aperçus écrits