Vlaamse coronamaatregelen met betrekking tot energie
Om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de coronacrisis, heeft de Vlaamse overheid al maatregelen genomen in verschillende domeinen waarvoor zij bevoegd is (omgevingsvergunningen, milieu-en bodemwetgeving, sport, jeugd, media, …). Ook op vlak van energie heeft de Vlaamse overheid enkele maatregelen genomen.
Begin april heeft het Vlaams Parlement een decreet aangenomen waarin er tijdelijk wordt afgeweken van meerdere bepalingen van het Energiedecreet, het Waterwetboek en hun uitvoeringsbesluiten. Deze tijdelijke afwijkingen zijn van kracht zolang de “periode van civiele noodsituatie”, die is afgekondigd n.a.v. de coronacrisis, duurt. Deze periode is begonnen op 20 maart en loopt voorlopig af op 17 juli 2020. De Vlaamse Regering kan die periode eenmalig verlengen met maximum 120 dagen.
Eén van de opvallendste afwijkingen van het Energiedecreet is dat de distributienetbeheerders de toevoer van elektriciteit en aardgas gedurende de civiele noodsituatie niet mogen afsluiten. Dit geldt niet alleen voor huishoudelijke eindafnemers (ongeacht of ze aangesloten zijn op laagspanning en/of een lagedrukleiding, dan wel op middenspanning en/of een middendrukleiding), maar ook voor professionele eindafnemers die zijn aangesloten op laagspanning en/of een lagedrukleiding.
Huishoudelijke afnemers hebben sowieso recht op een onafgebroken levering van elektriciteit en aardgas (art. 6.1.1 Energiedecreet). Zij kunnen ook in niet-coronatijden slechts in enkele uitzonderlijke gevallen worden afgesloten (art. 6.1.2, §1 Energiedecreet). Die uitzonderingen vallen dus tijdelijk weg.
Het is opmerkelijk dat het decreet nog in een andere tijdelijke afwijking voorziet voor huishoudelijke afnemers. Distributienetbeheerders mogen t.e.m. 17 juli 2020 geen budgetmeters activeren of plaatsen. Met een budgetmeter kunnen huishoudelijke afnemers met financiële moeilijkheden hun energieverbruik beter onder controle houden. Deze afwijking, die volgens de parlementaire voorbereiding vooral bedoeld is om het personeel van de distributienetbeheerder te beschermen tegen besmetting, zou ertoe kunnen leiden dat kwetsbare huishoudelijke afnemers worden geconfronteerd met een hoge energiefactuur.
In tegenstelling tot huishoudelijke afnemers, kunnen professionele afnemers in normale omstandigheden wel relatief snel worden afgesloten door de distributienetbeheerder. Wanneer een bedrijf bv. “gedropt” wordt door zijn energieleverancier wegens wanbetaling, kan de distributienetbeheerder de toevoer afsluiten. Tot en met 17 juli mag de distributienetbeheerder dit nu niet meer doen. Bedrijven aangesloten op laagspanning en/of een lagedrukleiding die zonder leverancier komen te zitten in deze periode, zullen dus tijdelijk worden beleverd door hun distributienetbeheerder.
Als financieel duwtje in de rug kent de Vlaamse overheid ook een forfaitaire vergoeding toe aan natuurlijke personen die (volledig of gedeeltelijk) tijdelijk werkloos zijn in de periode van 20 maart t.e.m. 17 juli 2020. Die vergoeding van 202,68 euro is bedoeld om de kosten van elektriciteit, verwarming en water gedurende de eerste maand van de tijdelijke werkloosheid (gedeeltelijk) te dekken. Die vergoeding wordt automatisch toegekend aan mensen die in Vlaanderen wonen en werken op basis van gegevens van de RVA. Het doet er dus niet toe op wiens naam de energie- en watercontracten staan. Ook een tijdelijk werkloze van wie de contracten bv. op naam van zijn inwonende en niet tijdelijk werkloze partner staan, heeft dus recht op deze vergoeding. Vlamingen die in het buitenland werken en daar in een vergelijkbare situatie van tijdelijke werkloosheid zijn terechtgekomen, of mensen met een buitenlandse hoofdverblijfplaats in de EU, EER of Zwitserland die in het Vlaamse Gewest werken en tijdelijk werkloos zijn, kunnen een aanvraag voor zo’n vergoeding indienen.
Ten slotte voorziet het decreet ook in een schorsing van de termijnen die gelden voor de EPB-aangifte (dit zijn de termijnen die worden vermeld in art. 11.1.8 van het Energiedecreet).