"De zitpenningenmachines voor lokale politici"

Op donderdag 21 april 2011 verschenen in De Morgen twee opiniebijdragen die beiden de rol van de gemeenten in het Vlaams-Belgische energielandschap in vraag stelden. In zijn bijdrage “Dit is geen klus voor de Nationale Bank” stelt Ivan Van de Cloot, hoofdeconoom van de denktank Itinera Institute: “Als je de historiek kent van de energie-intercommunales als zitpenningenmachines voor lokale politici, dan is de ontwrichting van onze energiemarkt al snel minder raadselachtig.” Louis Tobback, burgemeester van Leuven, laat in zijn wekelijkse column optekenen: “In alle ernst: de gemeenten moeten uit Eandis. (…) Waarom moet dat grote Vlaamse energienet aangestuurd worden door de 300 gemeenten? Om de mandaten? Ik ga er niet flauw over doen: die mandaatjes helpen na de gemeenteraadsverkiezingen bij het vormen van meerderheden. Met als gevolg dat de gemeenten vandaag in zeven intercommunales zetelen, met cbva Eandis erboven, en dat heb je nog Intermixt daartussen en financieringsvehikels, samengevat: een onoverzichtelijk kluwen. En om vervolgens wat te doen?”

Of de gemeenten hun historische rol in het energielandschap moeten opgeven is een politieke kwestie. Tobback heeft gelijk dat zijn stelling waarschijnlijk niet breed gedragen is in zijn partij (of in een aantal andere partijen). De gemeenten zijn immers alom tegenwoordig, niet alleen als grootste aandeelhouders van de distributienetbeheerders, maar ook als hoofdaandeelhouder van Fluxys en Elia. Daarnaast participeren zij via andere vennootschappen ook in de productie van hernieuwbare energie. De website www.gemeentelijkeparticipaties.be geeft hiervan een zeer mooi overzicht. Een rode draad in die verschillende participaties kan zijn dat de lokale mandatarissen die hun gemeente als aandeelhouder vertegenwoordigen onvoldoende voeling hebben met de energiesector. Nochtans zijn er een aantal energieke zwaargewichten in elke politieke partij die wel invloed lijken uit te oefenen als bestuurder in die verschillende energieondernemingen (Steve Stevaert, Johan Vande Lanotte, Daniel Termont, Geert Versnick, Francis Vermeiren, Jos Ansoms, …). Maar de enkele vaststelling dat aandeelhouders onvoldoende op de hoogte zijn van de activiteiten van de ondernemingen waarin zij participeren mag er niet toe leiden dat die aandeelhouders hun participaties moeten opgeven. De tegenovergestelde stelling zou betekenen dat vele genoteerde ondernemingen hun aandeelhouderssamenstelling drastisch zouden gewijzigd zien.

Vanuit het perspectief van de gemeenten kan men zich wel de vraag stellen of het behouden van al die verschillende distributienetbeheerders als aparte beheerder 'onder' of 'boven' de werkmaatschappijen Eandis en Infrax nog enige toegevoegde waarde heeft. Juridisch lijken er weinig argumenten te bestaan om het kluwen aan structuren te behouden.

In principe moeten de distributienetbeheerders (Imewo, Intergem, Gaselwest, Iverlek, Imea, Iveka, Intermosane, Sibelgas, PBE, Infrax West, IVEG en Inter-energa) het distributienet voor elektriciteit en aardgas op het grondgebied waarvoor zij aangewezen zijn aanleggen, onderhouden en uitbaten (artikel 4.1.6 Energiedecreet). Daarnaast vervullen zij ook nog een groot aantal openbare (maatschappelijke, sociale of ecologische) dienstverplichtingen (artikel 4.1.20 en volgende Energiedecreet).

Het Energiedecreet laat echter toe dat de distributienetbeheerders aan de VREG kunnen vragen om voor de exploitatie van het distributienet en de uitvoering van openbaredienstverplichtingen een beroep te doen op een werkmaatschappij (artikel 4.1.5 Energiedecreet). In het Vlaams Parlement (Parl. St. Vl. Parl. 2006-2007, nr. 1164/4, p. 6) erkende men dat met het concept van deze werkmaatschappijen door de schaalvergroting de kostenefficiëntie en de effectiviteit van de openbare dienstverplichtingen verhoogd wordt. Daardoor is er ook meer uniformiteit en continuïteit mogelijk in de REG-actieplannen voor het ganse werkingsgebied van de werkmaatschappijen. Ook de communicatie over die premies kan zo verbeterd worden. Deze evolutie heeft volgens de Vlaamse decreetgever dus “als voordeel de professionalisering van de sector, de uniformisering van procedures en werkwijzen en de reductie van de kosten verbonden aan het netbeheer” (Parl. St. Vl. Parl., 2008-2009, nr. 2165/1, p. 40).

Die werkmaatschappijen kunnen dus alle (strategische) taken van de distributienetbeheerders op zich nemen. Daarbij moet het bestuursorgaan van de werkmaatschappij dat bevoegd is voor de voorbereiding van de beslissingen over de voor het netbeheer strategische en vertrouwelijke aangelegenheden volledig samengesteld zijn uit bestuurders die voorgedragen zijn door de gemeenten-aandeelhouders van de distributienetbeheerders. De raad van bestuur van een werkmaatschappij moet voor 70% samengesteld zijn uit onafhankelijke bestuurders. Dit zijn de bestuurders die geen vermogensbelangen hebben in toeleveranciers aan de netbeheerder, niet verwant zijn met de dagelijkse leiders van de netbeheerder, geen functies uitoefenen bij leveranciers, producenten of tussenpersonen of een dominerende aandeelhouder daarvan noch directe of indirecte relatie onderhoudt met die personen.

Een onafhankelijke bestuurder kan dus wel een gemeentelijke mandataris zijn. Uit de feiten blijkt trouwens dat de onafhankelijke bestuurders van Eandis, die ook lid zijn van het 'uitvoerend comité', die de strategische en vertrouwelijke beslissingen voorbereidt, allemaal vertegenwoordigers zijn van de gemeenten-aandeelhouders. Geert Versnick (voorzitter) is OCMW-voorzitter en schepen in Gent. Luc Dehaene (1ste ondervoorzitter) is burgemeester van Ieper. Cathy Plasman (2de ondervoorzitter) is gemeenteraadslid in Gent. Jos Ansoms (burgemeester Wuustwezel), Piet Buyse (burgemeester Dendermonde), Ann Coolsaet (gemeenteraadslid Antwerpen), Bart Martens (gemeenteraadslid Antwerpen en Vlaams volksvertegenwoordiger sp.a), Patrick Mensalt (OCMW-voorzitter Grimbergen), Mike Nachtegael (gemeenteraadslid Sint-Niklaas), Dirk Otte (provincieraadslid Oost-Vlaanderen en gemeenteraadslid Zingem), Filip Thienpont (burgemeester Merelbeke), Johan Timmermans (gemeenteraadslid Mechelen), Louis Tobback (burgemeester Leuven), Daniël Vanpoucke (burgemeester Meulebeke), Dirk Vansina (schepen Leuven) en Tom Vervoort (schepen Geel) zijn de leden.

Daarnaast lijken de distributienetbeheerders ook geen eigen personeel meer te hebben. Alle taken worden uitgevoerd door personeel van Eandis of Infrax.

Ondanks de zeer beperkte rol die de distributienetbeheerders dus nog zelf uitoefenen, houden ze er wel een heel uitgebreid bestuurdersarsenaal aan over. De distributienetbeheerders die samenwerken in Eandis hebben samen bijna 300 bestuurders: Gaselwest heeft 24 gemeentelijke bestuurders, 2 provinciale bestuurders, 6 bestuurders van Electrabel; Imea heeft 17 gemeentelijke bestuurders, 1 lid met raadgevende stem, 4 bestuurders van Electrabel; Imewo heeft 30 gemeentelijke bestuurders, 3 leden met raadgevende stem, 7 bestuurders van Electrabel; Intergem heeft 31 gemeentelijke bestuurders, 2 leden met raadgevende stem, 1 vertegenwoordiger van de provincie, 6 bestuurders van Electrabel; Sibelgas heeft 10 gemeentelijke bestuurders, 3 bestuurders van Electrabel; Iveka heeft 46 gemeentelijke bestuurders, 2 leden met raadgevende stem, 3 vertegenwoordigers van de provincie, 8 bestuurders van Electrabel; Iverlek heeft 54 gemeentelijke bestuurders, 3 leden met raadgevende stem, 10 bestuurders van Electrabel. De meeste bestuurders van Electrabel zijn bestuurders in verschillende distributienetbeheerders.

Binnen die distributienetbeheerders zijn er, naast de bestuurders, ook een hele waslijst van bezoldigde leden van sector- of lokale comités. Wat die comités juridisch moeten of kunnen doen, is niet zo duidelijk. In het beste geval vormen ze een lokale terugkoppeling tussen de burgers (gemeenten) en de raad van bestuur van Eandis via de raden van bestuur van de distributienetbeheerders.

Gaselwest heeft negen sectorcomités met alles samen 123 leden: Deinze (13), Ieper (16), Kust (20), Kortrijk (18), Menen (12), Oudenaarde-Ronse (15), Roeselare (14), Tielt (13) en Waregem (12). Imea heeft geen sectorcomités. Imewo telt drie regionale adviescomités met 67 leden: Oost (35), West (23) en Centrum (9). Binnen Intergem zijn er 6 regionale adviescomités met 57 leden: Aalst (9), Beveren (7), Dendermonde (10), Geraardsbergen (9), Ninove (10) en Sint-Niklaas (12). Iveka heeft vier regionale adviescomités met 40 leden: Kempen Noord (13), Kempen Zuid (11), Nete Noord (14) en Nete Zuid (12). Iverlek heeft 178 leden die zetelen in 10 regiocomités: Regio A (32), Regio D (29), Regio Aarschot (16), Regio Haacht (16), Regio Halle-Merchtem (18), Regio Heist-op-den-Berg (13), Regio Leuven (17), Regio Mechelen (13), Regio Tienen 9 en Regio Willebroek (15). Voor Sibelga, een gewestgrensoverschrijdende netbeheerder, is de rekening moeilijker te maken.

Binnen de Eandis-koepel ontvangen dus ruwweg 700 lokale mandatarissen (waarbij sommige personen lid zijn van meerdere gremia en dus dubbel geteld worden) zitpenningen voor vergaderingen van raden van bestuur en comités zonder dat juridisch echt duidelijk of verantwoord is waarvoor zij samenkomen.

Voor de Infrax-koepel zijn geen duidelijke gegevens beschikbaar, maar geschat kan worden dat zij aan ongeveer 150 bestuurders presentiegelden betalen. Aan de hand van de mandatenlijst kan men wel afleiden dat ook de zuivere distributienetbeheerders gul zijn met bestuursmandaten. Zo telt PBE, naast een aantal leden van sectorcomités, om en bij de 40 bestuurders, Inter-energa rond de 60 bestuurders, Interelectra bijna 70 bestuurders en Iveg een dertigtal.

De stelling van Tobback was vooral politiek. Juridisch kan men de kanttekening plaatsen dat men alles in het werk gesteld heeft om tot een consolidatie te kunnen komen, maar dat de onderliggende structuren hierbij nog niet aangepast zijn. Waarbij zich dan de vraag stelt of het behoud van juridische beheersstructuren zonder inhoud nog hoeft.

Lees u in

Geschreven inzichten