Gemeentebelastingen op windturbines

Verschillende kranten berichtten vorig WE dat minister van binnenlands bestuur Bourgeois een belasting op windturbines, aangenomen door de gemeenteraad van Alveringem, wil schorsen omdat die belasting volgens minister Bourgeois in strijd zou zijn met de Europese richtlijnen om het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen te bevorderen (zie hierover de blog van Els Keytsman).

Kan minister Bourgeois gemeentebelastingen laten schorsen?

Artikel 170, § 4, van de Grondwet bepaalt dat "geen last of belasting kan door de (...) gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van [haar] raad". Het tweede lid geeft aan 'de wet' het recht om "de uitzonderingen waarvan de noodzakelijkheid blijkt" te bepalen.

Tot voor de wijziging in 2001 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, las iedereen 'de wet' als 'de federale wet'. Decreten van gewestelijke wetgevers waren geen 'wetten' in de zin van artikel 170, § 4, tweede lid, Grondwet.

In 2001 verkregen de gewesten de bevoegdheid voor "de samenstelling, de organisatie, de bevoegdheid en de werking van de provinciale en gemeentelijke instellingen" (artikel 6, § 1, VIII, 1°, BWHI).

Omdat volgens een deel van de rechtsleer de gemeentelijke bevoegdheid om belastingen te heffen een onlosmakelijk onderdeel is van de door de artikelen 41 en 162 van de grondwet beschermde gemeentelijke autonomie, meent dat deel van de rechtsleer dat de gewesten nu wel via het toezicht over de gemeenten bevoegdheden hebben om gemeentebelastingen te schorsen als die in strijd zijn met bv. het algemeen belang.

Een ander deel van de rechtsleer houdt vast aan artikel 170, § 4, van de Grondwet als basis voor de gemeentelijke belastingsbevoegdheid. In die lezing vermag de gewestelijke overheid niet in te grijpen in gemeentebelastingen.

Afhankelijk van de interpretatie kan minister Bourgeois gemeentebelastingen op windturbines (niet) laten schorsen.