Ondanks duidelijke stellingnames van de minister blijft de onduidelijkheid over de rolverdeling rond warmtenetten
De minister was duidelijk:
"[Een exclusiviteit voor de distributienetbeheerders] staat haaks op de geest van het decretaal kader aangaande warmtenetten, dat zeer recent werd aangenomen. Via dit decreet is er expliciet voor gekozen om warmtenetten maximale kansen te geven en dus niet op voorhand bepaalde spelers uit te sluiten. Een exclusief gebruiksrecht is daarom volgens mij niet conform de beleidskeuzes die op Vlaams niveau zijn gemaakt."Volgens de minister is het niet de bedoeling dat een gemeente elke andere aanvraag voor de uitbouw van een warmtenet onder haar straten, pleinen en lanen weigert, of de projectontwikkelaars dwingt om samen te werken met Eandis of Infrax. Zulke weigeringen stroken, volgens de minister, niet met het Energiedecreet. Het decreet gaat uit van een principieel gebruiksrecht. De gemeente kan voorwaarden opleggen. Maar daardoor mag hij niet één welbepaalde partij bevoordelen ten opzichte van andere marktpartijen.
Zijn partijgenoot Willem-Frederik Schiltz was wat genuanceerder: "We moeten de gemeenten de vrijheid laten om te kiezen op welke manier ze het potentieel in hun gemeente willen en kunnen ontgrendelen." Versta: als een gemeente wil samenwerken met een distributienetbeheerder en niet met private partijen, dan moet dat kunnen.
Ook zijn collega-bestuurder van Infrax, Andries Gryffroy, vond de minister "te stringent":
"Verder had ik ook begrepen dat de feitelijke uitvoering en het feitelijk beheer niet moeten gebeuren door het Warmtebedrijf Vlaanderen. Dat moet dan worden aanbesteed en dan komen de privéspelers in aanmerking voor de uitbouw en het beheer van de warmtenetten."Versta: de gemeenten kunnen inderdaad het exclusieve gebruiksrecht op hun openbaar domein inbrengen in of overdragen aan de distributienetbeheerders. Het beheer van dat warmtenet moet men (wie is mij niet duidelijk) aanbesteden.
Het debat brengt geen duidelijkheid.