Offshore windenergie
Het koninklijk besluit van 5 oktober 2005 dat artikel 14 van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen wijzigde, bepaalt inderdaad dat de aankoopverplichting voor de netbeheerder van groenestroomcertificaten, voor wat betreft off-shore windenergie, gedurende twintig jaar loopt. Deze aankoop van groenestroomcertificaten maakt het voorwerp uit van een contract tussen de domeinconcessiehouder en de netbeheerder, dat aan de CREG ter goedkeuring voorgelegd moet worden.
De regelgeving bepaalt dus:
- dat er een aankoopverplichting is in hoofde van Elia;
- dat de aankoopverplichting in een overeenkomst wordt overgenomen.
De regelgeving bepaalt echter niet dat Elia nu al de garantie moet krijgen dat de aankoopkosten gedurende twintig jaren kunnen worden doorgerekend in de tarieven.
Artikel 12, § 2, van de Elektriciteitswet preciseert dat de netbeheerder een "totaal inkomen" nodig heeft om uitvoering te kunnen geven aan zijn wettelijke en reglementaire verplichtingen. Het totale inkomen wordt vastgelegd voor vier jaar. Vóór elke regulatoire periode van vier jaar, dient de netbeheerder bij de CREG een tariefvoorstel ter goedkeuring in, uitgewerkt op basis van het totale inkomen (artikel 12quater, § 2, Elektriciteitswet). Ook die tarieven gelden voor vier jaar.
Los van de vraag of de betalingsverplichting die rust op Elia niet automatisch ertoe leidt dat deze kosten worden doorgerekend in de transmissienettarieven, kan de regering zonder de Elektriciteitswet te miskennen, geen garanties geven voor tarieven binnen twintig jaar.