Veel aandacht kreeg het arrest van de 5de kamer van het Hof van Justitie van 28 november 2024 in Vlaanderen niet. Met dat arrest trok het Hof, tot ontzetting van velen in Duitsland, een streep door de rekening van de exploitanten van Kundenanlagen. Ik schreef eerder al dat ook het Vlaamse systeem van (toegelaten) privédistributienetten op gespannen voet staat met de richtlijnen die de lidstaten zelf hebben aangenomen. Het Hof maakt nogmaals duidelijk dat de keuze van de Europese wetgever slechts een heel beperkt aantal uitzonderingen toestaat. Privédistributienetten (ook niet onder de vlag van “energy as a service”) vallen daar niet onder.
Schering en inslag zijn de vragen naar de juridisch uitwerking van “energy as a service” in nieuwbouwprojecten. “Energy as a service” is daarbij niet bedoeld om een dienst aan te bieden (energie is een verbruiksgoed, je kan het niet teruggeven). Het lijkt vaak een dekmantel om een “business case” sluitend te maken. De aanbieder wil inkomsten halen op het verschil dat de verbruikers zouden betalen als ze een individuele aansluiting hadden en wat hij met de collectieve aansluiting betaalt. Omdat die collectieve aansluitingen elektriciteit op een hoger spanningsniveau afnemen, betalen ze minder nettarieven en kosten voor openbaredienstverplichtingen. Ze kunnen ook andere leveringscontracten sluiten tegen iets betere prijzen dan individuele afnemers.
U kan zoeken op titel, inhoud, auteur, onderwerp,... Niet gevonden wat u zocht? Filter hiernaast op jaartal.
Sommige van deze cookies zijn essentieel, terwijl andere ons helpen om uw ervaring te verbeteren door inzicht te geven in hoe de site wordt gebruikt.