Recht van uitweg voor nutsaansluitingen

In 1996 aanvaardde het Hof van Cassatie dat artikel 682, § 1, Burgerlijk Wetboek toelaat dat de eigenaar onder een naburig erf leidingen mag aanleggen als dat nodig is om zijn eigen erf normaal te kunnen gebruiken. Voorwaarde is wel dat het erf ingesloten is en dat een mogelijke toegang tot de openbare weg niet kan zonder overdreven onkosten of ongemakken.

In de zaak die aanleiding gaf tot dit arrest hadden de eigenaars van het ingesloten erf theoretisch de mogelijkheid om een riool aan te leggen, "die zou vertrekken voor hun pand, onder de openbare weg zou doorlopen en op de steenweg, waaronder de collector zich bevond, zou uitkomen". De gemeente Rebecq wou echter op die manier geen aansluiting op het rioleringsstelsel voor het regenwater toestaan aan die inwoners. Een veel goedkoper alternatief was het aanleggen van een leiding door het erf van de buren. Die verzetten zich daartegen.

In het arrest van 14 oktober 2010 ging het Hof van Cassatie op de ingeslagen weg. Om het ingesloten karakter van een erf te beoordelen en om uit te maken of een recht van uitweg kan toegestaan worden, moet volgens het Hof rekening gehouden worden met "toute mise en valeur économique que permet la destination du fonds". Een recht van uitweg moet daarom toegestaan worden voor een vooralsnog ingesloten onbebouwd erf waarop stedenbouwkundig een woonhuis kan gebouwd worden. Dit recht van uitweg geldt zowel bovengronds als ondergronds omdat "les canalisations d'eau, de gaz et d'électricité qui doivent normalement desservir un bâtiment moderne enclavé peuvent être installées dans ou sur l'assiette du droit de passage à titre accessoire".