Groepsaankopen in een ander perspectief
Het sociaal tarief is het laagste tarief van alle laagste tarieven die de leveranciers aanbieden binnen het werkingsgebied van een distributienetbeheerder met de laagste kosten. De federale regulator CREG berekent dit tarief. De energiebijdrage (een accijns) moet niet betaald worden. Bovenop het sociaal tarief gelden wel nog de federale bijdragen en andere toeslagen. Het sociaal tarief moet vervolgens door elke leverancier gehanteerd worden voor alle afnemers in België die hierop recht hebben.
Een vergelijking tussen het sociaal tarief en de prijs die de groepsaankoop opleverde, lijkt men dus niet te kunnen maken. Het sociaal tarief is all-in: naast de productprijs van de energie zijn er ook de nettarieven in begrepen. De prijs van de groepsaankoop geldt daarentegen enkel voor het product elektriciteit of aardgas. Die productprijs bedraagt bij aardgas ongeveer de helft van de totale kost voor de consument. De afnemers moeten immers ook nog de energiebijdrage en het (distributie)nettarief betalen. Afhankelijk van de plaats waar de afnemers wonen betalen ze een ander distributienettarief. In de provincie Antwerpen zijn er zeven verschillende distributienetbeheerders, elk met eigen tarieven.
De provincie had naar eigen zeggen weinig problemen om deelnemende leveranciers te vinden. Volgens de bevoegde gedeputeerde was de schaal van de groepsaankoop ideaal om de kleinere leveranciers toe te laten om te bieden. Voor nieuwe leveranciers is de groepsaankoop inderdaad een interessante manier om voor een zeer lage prijs een zeer grote groep van nieuwe klanten te kunnen werven. Of het systeem leefbaar is op lange termijn is volgens de gedeputeerde een 'probleem voor de leveranciers'.
Nochtans lijkt het ook een interessante vraag te zijn voor de promotoren van dit soort van groepsaankopen. Hoe groter de portfolio van de leverancier, hoe minder hij geneigd is om stuntprijzen aan te bieden. Het kan immers best zijn dat er bij de geïnteresseerden al klanten zitten die misnoegd zouden kunnen zijn indien blijkt dat zij 'te veel' betaalden. Daarnaast is het doelpubliek van de groepsaankoop voor de grootste leveranciers niet zo interessant. De deelnemende gezinnen zijn waarschijnlijk al tamelijk prijsbewust en zouden, zelfs zonder de groepsaankoop, gemakkelijk hun weg weten te vinden naar de prijsvergelijkingen van de V-Test van de VREG. Een grote groep slapende klanten, die al jarenlang geen gebruik maken van de voordelen van een geliberaliseerde markt, wordt ook door groepsaankopen niet gewekt. Jaar na jaar wordt hun contract, als ze er al één hebben, stilzwijgend verlengd.
De provincie Antwerpen stak in de groepsaankoop veel werk en tijd. Misschien is het nuttiger om die te steken in een grootschalige sensibilisatie van de slapende klanten. De wijzigingswetten van de elektriciteits- en gaswet die het Parlement voor de kerstvakantie goedkeurde verplicht de leveranciers om op alle afrekeningsfacturen, slotfacturen en voorschotfacturen de duurtijd van het contract, de opzegtermijn en de mogelijkheid van stilzwijgende verlenging te vermelden. Bij contracten van onbepaalde duur moet de leverancier op de facturen ook een opzeggingstermijn vermelden. Op die manier weten ook de slapende klanten dat er een mogelijkheid bestaat om een andere leverancier te kiezen. Met een sensibiliserend steuntje in de rug zouden ze misschien wel de stap zetten. Laat de groepsaankopen dan maar aan het middenveld.