2001 – Vlaams Elektriciteitsdecreet
Op 17 juli 2000 keurde het Vlaams Parlement het decreet houdende de organisatie van de elektriciteitsmarkt goed.
Lennart en ik schreven over dat decreet en over de Elektriciteitswet een bijdrage in het Rechtskundig Weekblad van januari 2001: “De liberalisering van de elektriciteitsmarkt in België en Vlaanderen: de laatste regelgever doet het licht uit”. Onze analyse is intussen gedateerd en doet ook blijken van een gezonde naïviteit maar arrogante oppervlakkigheid. Met vijfentwintig jaar ervaring zou ik aantal punten veel meer belichten en een aantal gemakkelijke kritiekpunten weglaten. Maar onze conclusie blijft wel opvallend actueel (zij het daarom niet zo ongenuanceerd juist):
“In tijden van een toenemende overdracht van bevoegdheden aan supranationale instanties zoals Europa, is het wellicht tijd om, in afwachting van een overdracht naar een Europees niveau, de energiebevoegdheden opnieuw op één niveau te centraliseren. De federale overheid heeft helaas allerminst een traditie op het vlak van een gedegen energiebeleid. Sommige gewestelijke maatregelen, zoals de groenestroomcertificaten, zijn dan weer te waardevol om ze louter op het niveau van een gewest toe te passen. Belangrijke discussies, zoals de rol van de gemeenten in de nutsvoorzieningen en de financiële gevolgen hiervan, worden angstvallig uit de weg gegaan. Meer nog dan een behoefte aan een persoonlijk gunstig juridisch kader, hebben zowel producenten als afnemers behoefte aan een duidelijk en consequent beleid. Onze internationale concurrentiepositie is immers in het geding. Voorlopig lijkt de nieuwe wetgeving vooral een politiek doel te dienen, waarbij de elektriciteitssector letterlijk in de kou dreigt te staan.”