Energiedelen tussen droom en daad, en praktische bezwaren

De Vlaamse regering keurde een ontwerpdecreet goed waardoor buren in hetzelfde gebouw kunnen energiedelen. Dat is toe te juichen. Maar het goede voornemen dreigt een maat voor niets te worden als er geen dringende verschuiving komt van de lasten op elektriciteit naar andere energiedragers.

Op 30 oktober keurde de Vlaamse regering een voorontwerp van decreet goed dat de Vierde Elektriciteitsrichtlijn en de Richtlijn Hernieuwbare Energiebronnen omzet. Ze voert ook een nieuwe regeling voor "energiedelen" in. Vlaams parlementslid Andries Gryffroy was daar op Twitter blij om. Vier jaar geleden had hij al een conceptnota voorgesteld in het Vlaams Parlement. Het voorontwerp van 30 oktober maakt mij heel wat minder enthousiast: tussen droom en daad staan in Vlaanderen vooral praktische bezwaren in de weg.

Het is een oud zeer: onze elektriciteitsfactuur is eerder een aanslagbrief dan een factuur. Het deel "commodity" (geleverde elektriciteit) voor huishoudelijke afnemers bedraagt volgens een rapport van de VREG van 2019 30%. De overige 70% zijn nettarieven, belastingen, heffingen, kosten voor openbaredienstverplichtingen, quota, BTW, ... In een recente post berekende Ruben Baetens (3E) dat elektriciteitsverbruik veruit de hoogst belaste energiedrager is (400 €/tonCO2).

Koken kost geld, is de open te trappen deur. Tijdens de hoorzitting over de conceptnota zonnedelen maakte ook het VEA duidelijk dat iemand de kosten van de openbaredienstverplichtingen moet dragen. Hoe meer schouders, hoe minder zwaar de lasten.

Daarom doet de Vlaamse regering aan actieve afnemers die energie willen delen geen enkele toegeving. Zij zullen heffingen, lasten, taksen, BTW, betalen op alle elektriciteit die ze verbruiken, of die nu van de leverancier komt, dan wel zelf opgewekt is.

Afnemers kunnen de elektriciteit die een installatie waarin ze investeerden (en waarvan ze dus eigenaar zijn) onder de mede-eigenaars verdelen. Die installatie moet op of bij het adres (straat, nummer) staan van het gebouw waarin de eigenaars wonen (huishoudens) of werken (ondernemingen). Maar die installatie moet aangesloten zijn op het distributienet. De "verdeling" van elektriciteit verloopt ook via het distributienet (zij het, in realiteit, via de interne installatie). De afnemers nemen immers niet rechtstreeks van de installatie af, maar van hun toegangspunt afname op het distributienet.

Door die constructie "gebruiken" de actieve afnemers het distributienet en moeten ze hiervoor ook betalen. Tegelijk is dan ook er geen reden om hen vrij te stellen van alles wat de (gewestelijke en federale) overheden daar nog bovenop wil incasseren om hun energiepolitiek te financieren.

Actieve afnemers die aan energiedelen willen doen met hun installatie zijn dus veel minder goed af dan andere eigenaars van installaties op hun woningen. Een prosument met een terugdraaiende teller of met een digitale meter betaalt veel minder heffingen en lasten. De elektriciteit van zijn installatie loopt immers niet over het distributienet, maar "achter de teller".

Terugdraaiende tellerDigitale meterEnergiedelen
CommoditySaldoAfgenomen (leverancier)Opgewekt en afgenomen (som)
Transmissienettarief (en federale ODV)SaldoAfgenomen (leverancier)Opgewekt en afgenomen (som)
Distributienettarief (netkosten)Saldo (kWh) / CapaciteitstariefAfgenomen (leverancier) / CapaciteitstariefOpgewekt en afgenomen (som) / Capaciteitstarief
ODV DNBSaldoAfgenomen (leverancier)Opgewekt en afgenomen (som)
ProsumententariefJa//
GSC/WKK quotumSaldoAfgenomen (leverancier)Opgewekt en afgenomen (som)
BTWOp somOp somOp som
EnergieheffingSaldoAfgenomen (leverancier)Opgewekt en afgenomen (som)

Voor dat verschil in behandeling tussen twee categorieën van eigenaars (mede-eigenaars zijn evengoed eigenaars als "solo"-eigenaars) vind ik geen verantwoording in het ontwerp van memorie van toelichting of in de begeleidende teksten. Het is daarom uitkijken of de Raad van State, afdeling wetgeving, hierover iets zal adviseren.

Los van (de oplossing van) de mogelijke juridische bezwaren kijk ik ook uit naar een berekening over de economische haalbaarheid van energiedelen. Heeft de Vlaamse regering die oefening gemaakt? Weet zij of er interesse is "in het veld" om, ondanks de minimale winsten (verschil tussen de kost van zelf opgewekte elektriciteit (Capex en Opex van de installatie) en de markt- of onderhandelde prijs die de leverancier aanrekent), toch deze goedbedoelde projecten te starten?

Tot slot, maar dat is voer voor een andere (eeuwig terugkerende) discussie, het systeem van het voorontwerp legt een nog groter "bad debt" risico bij de leveranciers. Die gaan alle taksen, heffingen, lasten, BTW, ... moeten aanrekenen aan de actieve afnemers, ook wanneer die berekend zijn op het deel dat de leveranciers niet verkochten.

Kunnen we een deel van de koterij die we aan het Vlaamse elektriciteitsgebouw plaatsten, afbreken en verhuizen naar de vrijstaande villa's van andere energiedragers?

Lees u in

Geschreven inzichten

De Vlaamse regering keurde een ontwerpdecreet goed waardoor buren in hetzelfde gebouw kunnen energiedelen. Dat is toe te juichen. Maar het goede voornemen dreigt een maat voor niets te worden als er geen dringende verschuiving komt van de lasten op elektriciteit naar andere energiedragers.