Liberalisering: Is een nieuwe generatie politici opgestaan?

Tijdens de besprekingen van het energieluik in de begroting 2008 roerden langs Vlaamse kant twee jonge wolven zich. Hoewel ze het fundamenteel oneens zijn over kernenergie, lijken Tinne Van der Straeten (Groen!) en Willem-Frederik Schiltz (Open VLD) toch raakvlakken te hebben als het gaat over de rol van de CREG. Schiltz deed er nog een schepje bovenop over de rol van de gemeenten in het Belgische energielandschap.

Van der Straeten stelde:
Er is dus een sterke regulator nodig. Dat vinden ook alle politieke partijen. Alle politieke partijen vinden dat een sterke regulator nodig is, met veel bevoegdheden. Tot de CREG een beslissing neemt die niet zo aangenaam is. Ik verwijs naar de beslissing die werd genomen inzake de transittarieven van gas, waarna de minister in de commissie zei dat het een stomme gedachte was van de CREG, dat daarover toch eens moest worden nagedacht en hij vroeg zich af of die discussie niet moest worden geschorst.

Voor mij niet gelaten, mijnheer de minister. Maar ik stel wel vast dat de CREG heeft gedaan wat zij moest doen. Ik stel wel vast dat het zeer vervelend is voor de gemeenten. U hebt altijd uw visie op de regulering verdedigd als zijnde de politieke autoriteit die erboven staat. Welnu, de regulator moet onafhankelijk zijn, maar de minister moet ook onafhankelijk zijn. In die zin, meen ik dat het geen kwaad kan de CREG nog wat verder te versterken, en dat wij de CREG niet te veel moeten wantrouwen.

Schiltz ging daarop in en boorde daarna de rol van de gemeenten de grond in:


Het tweede punt dat op mijn lever ligt, mijnheer de minister, is de 250 miljoen euro die u bij Electrabel zult halen. Een geschenk van 250 miljoen euro door Electrabel? Ik denk dan spontaan aan mijn klassieke opleiding, waar mij werd ingepompt dat men de Grieken en de geschenken die zij brengen, moet vrezen. Timeo Danaos et dona ferentes.

Men zegt mij nu wel dat de markt vrijgemaakt is en dat het geen kosten-plusprincipe is, waar ik zo fel tegen ben. Men zegt dat het gaat over een marktprijs die zichzelf heeft bepaald in de vrije markt, op de beurs, enzovoort. Dat is larie, mijnheer de minister. De markt is nog niet vrijgemaakt. Ook om die reden hebben collega Tommelein en ikzelf een wetsvoorstel ingediend om de CREG nog te versterken, teneinde – versta mij goed – de markt open te breken, waarna die rol vanzelfsprekend beperkter zal zijn. Zolang de markt niet open is, zullen wij met een sterke CREG scheep moeten gaan.(...)

Een kleine paragraaf in de marge wil ik openen, ook omdat mevrouw Van der Straeten het gesprek erop heeft gebracht, inzake Distrigas. Dat is ook een heikel verhaal. Ik neem aan dat het als minister bijzonder onprettig is om zoiets in uw maag gesplitst te krijgen. Ik moet vaststellen, in mijn beperkte carrière als Parlementslid, en na een brede consultatie met de marktspelers en de andere spelers in de energiesector, dat ik mij niet van de indruk kan ontdoen dat de warrigheid, de onklaarheid en de vermenging van belangen die in die sector heerst, ongelooflijk is. Hoewel mijn partij het misschien iets meer gewend is om Martiaans taalgebruik te hanteren en ik dat van mevrouw Van der Straeten niet helemaal gewoon ben, kan ik het wel met haar eens zijn dat het tijd is om de boel uit te mesten. Het kan niet dat de gemeenten de energieproblematiek domineren omdat zij daar 10% van hun gemeentelijke inkomsten uit halen. Dat kan niet. Het is tijd om een visie te ontwikkelen, om de distributienetbeheerders aan te pakken, om ze af te schaffen en naar één distributienetbeheerder te gaan – dát zou pas de prijzen drukken. In het verhaal van Distrigas en ook Fluxys moet ingegrepen worden, in het belang van de prijzen, door de CREG – mevrouw Van der Straeten heeft het aangehaald. Dat probleem moet opgelost worden, zodat we met een capabele, competente en diligente energiemarkt het Europa van morgen kunnen ingaan en onszelf wederom, nogmaals, opnieuw en opnieuw, kunnen
positioneren als een land waar het niet alleen goed om toeven is, maar ook goed om werken is.