Europese Energietop 2011 - Haast je langzaam?
Het gebrek aan ambitie blijkt uit de eerste paragraaf van de conclusies. De top legde enkel 'een aantal praktische aspecten' vast die de Europese ambitie onderstreept "om te komen tot veilige, betrouwbare, duurzame en betaalbare energie die bijdraagt tot Europa's concurrentievermogen".
Er komt een verordening betreffende de integriteit en transparantie van de energiemarkt om de doelstelling van "een goed functionerende, geïnterconnecteerde en geïntegreerde interne energiemarkt" te bereiken. In het licht hiervan moeten de lidstaten "de wetgeving betreffende de interne energiemarkt snel en volledig en strikt binnen de afgesproken termijnen uitvoeren".
Tegen 2014 moet de interne markt voltooid zijn "zodat gas en elektriciteit vrij kunnen stromen". Daarom moet men "meer vaart zetten achter de marktkoppeling
en het opstellen van richtsnoeren en netcodes die voor alle Europese netwerken gelden". Technische normen voor oplaadsystemen voor elektrische voertuigen en voor slimme netten en meters technische normen kunnen worden vastgesteld.
Uit de conclusies blijkt dat de staats- en regeringsleiders veel belang hechten aan de modernisering van de Europese energie-infrastructuur en de uitbreiding van grensoverschrijdende netten. Die inspanningen zijn “essentieel om de solidariteit tussen de lidstaten gestalte te geven, om alternatieve aan- en doorvoerkanalen en energiebronnen tot stand te brengen, en om hernieuwbare energiebronnen te ontwikkelen en te laten concurreren met traditionele energiebronnen”. In dit kader zijn de lidstaten het eens met verbeterde en gestroomlijnde vergunningsprocedures voor de aanleg van nieuwe infrastructuur. De Europese Commissie moet hiervoor een voorstel uitwerken.
Financiering van investeringen in infrastructuur moeten grotendeels “door de markt moeten worden opgebracht, maar kunnen door tarifering worden terugverdiend”. Publieke middelen kunnen enkel maar ingezet worden “voor sommige projecten, die vanuit het oogpunt van voorzieningszekerheid of solidariteit wellicht gerechtvaardigd zijn maar waarvoor op de markt onvoldoende financiering te vinden is”. Het aandeel van de publieke middelen moet beperkt blijven en moet dienen “als hefboom voor private financiering”.
Europa aanvaardt, om redenen van voorzieningszekerheid, dat het potentieel inzake duurzame winning en exploitatie van conventionele en niet-conventionele ('schaliegas' en 'olieschalie') fossiele brandstoffen in kaart worden gebracht. De top koppelt hieraan geen voorwaarden. Nochtans lijkt deze onconventionele manier om gas te winnen niet zonder risico te zijn (zie bijvoorbeeld het artikel uit Der Spiegel, “EU-Staaten forcieren riskante Gasbohrungen”). Het weze opgemerkt dat de passage over shale-gas voor de stukken over energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen in de conclusie is opgenomen.
De energie-efficiëntiedoelstelling worden niet gehaald, stellen de staats- en regeringsleiders vast. Daarom moeten alle lidstaten vanaf 1 januari 2012 energie-efficiëntienormen opnemen in de overheidsopdrachten voor belangrijke openbare gebouwen en diensten. De Raad van energieministers moet ook het aangekondigde Commissievoorstel voor een nieuw energie-efficiëntieplan meteen in behandeling nemen.
Naast hernieuwbare energiebronnen zal de Europese Unie investeringen in ‘veilige en duurzame koolstofarme technologie’ (lees: kernenergie en CCS) stimuleren. De Europese Commissie moet nieuwe initiatieven nemen over slimme netten, “bij voorbeeld in verband metde ontwikkeling van schone voertuigen, energieopslag, duurzame biobrandstoffen en energiebesparende oplossingen voor steden”.
De activiteiten van de EU en de lidstaten moeten beter op elkaar worden afgestemd om meer samenhang te brengen in de externe betrekkingen van de EU met de belangrijkste landen van productie, doorvoer en verbruik. Lidstaten moeten hun nieuwe en bestaande bilaterale energieovereenkomsten melden aan de Commissie. De hoge vertegenwoordiger wordt verzocht bij haar werk het aspect energiezekerheid alle aandacht te geven die het verdient.
De EU moet ‘met cruciale actoren en rond strategische corridors’ wederzijds “nuttige energiepartnerschappen ontwikkelen voor uiteenlopende vraagstukken en reguleringsmethoden, op alle gebieden van gemeenschappelijk belang, zoals energiezekerheid, veilige en duurzame koolstofarme technologieën, energie-efficiëntie, investeringsklimaat, waarbij de hoogste normen voor nucleaire veiligheid gehandhaafd en bevorderd worden”. Buurlanden zouden best de Europese voorschriften voor de interne energiemarkt overnemen, door “het Energiegemeenschapsverdrag uit te breiden en te verdiepen en regionale samenwerkingsinitiatieven te bevorderen”. Europa moet zijn aanvoerroutes en voorzieningsbronnen diversifiëren. Daarom moeten er blijvend inspanningen geleverd worden voor de ontwikkeling van strategische corridors voor het transport van grote hoeveelheden gas, zoals de zuidelijke corridor. Met Rusland wil de Europese Unie een solide, transparant en op regels gebaseerd energiepartnerschap met Rusland overeenkomen. Ten slotte zal de EU met derde landen samenwerken om de volatiliteit van de energieprijzen tegen te gaan en zal zich hiervoor in de G20 beijveren.