Commissie Energie 2030: nieuwe adviezen
De Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling (FRDO) vraagt in haar advies van 28 februari 2007 om een beter zicht krijgen op de mogelijke impact van de verschillende beleidskeuzen van de Commissie 2030 op het socio-economisch systeem. Een aantal leden van de Raad weerhoudt volgende scenario's als waardevol voor verder onderzoek:
- Vooruitstrevend beleid van energie-efficiëntie en vraagbeheersing voor alle sectoren;
- Een nucleair scenario waarbij de bouw van een nieuwe kerncentrale uitgesloten wordt en waarbij het financieel voordeel van de afgeschreven centrales berekend wordt vanaf 2005;
- Een basisscenario, dat in het kader van de doelstellingen van het Europees klimaatbeleid na 2012, rekening houdt met het systeem van verhandelbare emissierechten op het Europees niveau en de uitstoot van andere broeikasgassen;
- Een scenario waar de capaciteit fotovoltaïsche energie op het niveau blijft van het basisscenario en waarin deze capaciteit vervangen wordt door centrales op biomassa en kolen of een kolencentrale met CCS.
Een aantal andere leden van de FRDO vindt dat dat de Commissie Energie 2030 de diverse opmerkingen van het Federaal Planbureau betreffende de hypotheses van het model op kritische wijze moet analyseren.
Algemeen meent de FRDO dat "het uiteindelijke rapport van de Commissie Energie 2030 een belangrijk element voor het voeren van een maatschappelijk debat."
In de Studie van de CREG van 1 maart 2007 "verwelkomt het Directiecomité het gepresteerde werk door alle partijen die bij het opstellen van het voorlopige rapport van de Commissie Energie 2030 waren betrokken".
In een zeer uitvoerige conclusie worden de werkmethoden en hypotheses van de Commissie Energie 2030 geanalyseerd en stelt de CREG een aantal bijkomende aanbevelingen voor. Hoewel het Directiecomité van oordeel is "dat het hem niet toekomt het reglementaire kader betreffende de kernuitstap in vraag te stellen", lijkt het toch vrij kritisch te staan tegenover de aanbeveling van de Commissie voor een herziening van de nucleaire phase out.
Opvallend is ook dat de CREG herhaalt een voorstander te zijn van een volledige eigendomsontvlechting tussen marktspelers en de netbeheerders.
Volgens de CREG hebben corporate governance regels betrekking op de relatie tussen de onderneming en haar aandeelhouders en bieden ze "geen enkele garantie inzake het gedrag van de netbeheerder tegenover de gebruikers".
De CREG stipt tenslotte aan dat de ouderdom van een deel van het bestaande productiepark deze van de oudste nucleaire centrales overtreft. Een eventuele uitdienstname van deze verouderde eenheden zou op korte termijn kunnen leiden tot een ernstig tekort aan productiecapaciteit in België. Daarom moeten er op korte termijn de nodige maatregelen worden genomen om de bevoorradingszekerheid van elektriciteit in België te garanderen.