"Vlaanderen niet bevoegd om impasse na PVDA-arrest Hof van Cassatie op te lossen", beweert bevoegde minister
Minister Turtelboom antwoordde gisteren in de bevoegde commissie van het Vlaams Parlement op een vraag van volksvertegenwoordiger Gryffroy (N-VA) over het arrest van het Hof van Cassatie van 23 november 2015.
Gryffroy stelde zijn vraag omdat “een aantal groepen naar de rechtbank zijn gestapt en nu vragen dat het teveel aan distributienettarieven (voor een gemiddeld gezin ongeveer 72 euro zonder BTW) zou worden teruggestort. De volksvertegenwoordiger stelde terecht dat de gevolgen van het arrest moeten uitgeklaard worden. Daarenboven moet duidelijk zijn welke regulator, de CREG of de VREG, bevoegd is om nu een oplossing te vinden.
Minister Turtelboom begon en eindigde haar antwoord met de stelling dat, vermits de vraag handelt over het Hof van Cassatie en de CREG, de Vlaamse overheid niet bevoegd zou zijn.
Volgens haar had het hof van beroep van Brussel in zijn arresten van 26 juni 2012 weliswaar geoordeeld dat de tariefbeslissingen van de CREG op basis van de verkeerde rechtsgrond genomen waren, maar dat het hof tegelijk “de tariefverhogingen zelf ten gronde goed[keurde]”.
Nochtans stelde het hof:
“67, Op grond van de bovenstaande gegevens moet worden besloten dat de bestreden beslissingen niet door de CREG konden worden genomen op basis van de door. haar aangevoerde rechtsgrond en dat het aangevoerde middel de vernietiging van die beslissingen wettigt.”
Wel wou het hof de gevolgen van de vernietigde tariefbeslissingen tijdelijk handhaven “enerzijds omwille van de verstoring die de ontstentenis van die handhaving, zou veroorzaken in de relaties tussen de betrokken DNB's en hun netgebruikers zowel. vanuit het oogpunt van de evenredigheid als van de niet-discriminatie en anderzijds .wegens de aard en draagwijdte van de boven vastgestelde tekortkoming”. De wetgeving voorziet niet in de mogelijkheid voor het hof om, zoals de Raad van State dit kan, gevolgen van vernietigde beslissingen te handhaven. Het hof stelde daarom een vraag aan het Grondwettelijk Hof. Dat zag hierin in zijn arrest van 9 juli 2013 geen discriminatie.
De arresten van het Hof van Cassatie betekenen dat de arresten van het hof van beroep te Brussel van 26 juni 2012 werden bevestigd. Maar omdat “arresten in cassatie geen directe gevolgen [hebben ]” zijn er, volgens de minister, “geen consequenties voor de gezinnen en de bedrijven in Vlaanderen”.
De minister legt de bal opnieuw in het kamp van het hof van beroep te Brussel. Het is vervolgens af te wachten wat het hof van beroep beslist. De minister stelt dat “gevolgen van mogelijke vernietigingsarresten afhankelijk [zijn] van de inhoud van de arresten en van de handelingen van de bevoegde regulator na een eventuele vernietiging”. Die bevoegde regulator is volgens de minister nog steeds de CREG.
Het valt op dat de moeilijke (vaak onwerkbare) bevoegdheidsverdeling inzake energie steeds maar weer wordt gebruikt om een hete patat door te schuiven naar een ander beleidsniveau. Een open Vlaamse samenleving “gaat moedig alle uitdagingen aan en kijkt steeds reikhalzend uit naar de dag van morgen” (zie deze website). Misschien kunnen de VREG en de distributienetbeheerders snel een antwoord verzinnen op de impasse die dreigt in plaats van te verwijzen naar andere niveaus (die op hun beurt weer zullen terugverwijzen). De leveranciers en de afnemers zullen hen dankbaar zijn.